lingen van de christelijke kerk zich onthouden van optreden in eenig gebied, dat reeds door een ander bezet is ; daar verdeeldheid onder christenen niet bevorderlijk kan zijn aan de verbreiding van het Evangelie.

Ook op dit punt bleek ons, dat de Minister meer gezind was zich van alle inmenging te onthouden, niet tegenstaande hier, naar onze bescheiden meening, art. 123 van het Regeeringsreglement van toepassing kon zijn.

3°. Meenden wij, dat het toezicht op de scholen niet alleen plaats dient te hebben ten aanzien van de christelijke, maar ook van de mohammedaansche lagere scholen, de zoogenaamde langgars.

Dit laatste punt zou echter alleen in aanmerking kunnen komen wanneer nadere bepalingen gemaakt werden ten aanzien van de eischen, die men aan het onderwijs kan stellen. Dit is de hoofdinhoud van onze memorie.

De zending op Java zal slagen, als zij wordt toevertrouwd aan mannen. die met de noodige kracht en bezadigdheid hunne taak opvatten en voortzetten, die zich toeleggen op grondige kennis van het karakter des Javaans en die den dag der kleine dingen niet verachten. Waar de zoodanigen zaaien en planten, daar zal God het aan den wasdom niet laten ontbreken, al is het ook, dat zich daar moet bevestigen de ervaring: een ander is het die zaait, een ander die maait.

Savoe-Soemba.

Voor het laatst hebben wij hier Soemba nog te vermelden. Toen het zekerheid geworden was, dat de Christelijk-Gereformeerde kerk het aanvankelijk op dat eiland begonnen werk krachtig wilde voortzetten ; toen ons daarbij gebleken was, dat ook aan een' Roomschen priester toelating verleend was, begrepen wij beter te zullen doen, als wij de gemeenten van Melolo en Kabenejro aan de zending van genoemde kerk overdroegen. Deze gemeenten konden slechts van tijd tot tijd door den zendeling van Savoe bezocht worden, en Br. Bieger heeft zich daarvan voortreffelijk gekweten. Wij hadden aanvankelijk besloten een' zendeling voor goed op Soemba te plaatsen. Deze zou zich echter niet tot de strandplaatsen hebben kunnen bepalen, ja zich spoedig in het binnenland hebben moeten vestigen. Wij liepen daardoor dan echter gevaar te vervallen tot het door ons zoo sterk afgekeurde treden op elkanders zendingveld, en om dit voor goed te vermijden, besloten wij in plaats van Soemba, het

ft*