zouden kunnen bijdragen. De slotsom was: dat zij zouden zorgen voor ± '45000 steenen, het benoodigde zand, bamboe en koeliediensten, den inhoud der Kerkekas, en, na den oogst, nog eene bijdrage in geld naar ieders vermogen. Toch ontbraken nog f 1500 om het plan te volvoeren. Niet te min werd besloten met den bouw een begin te maken, en door groote toewijding en opoffering onzer inlandscbe christenen werd die in Juni 1888 voltooid. De dag voor de inwijding bestemd, 22 Juli, brak aan. Van heinde en verre waren de vertegenwoordigers der verschillende Kedirisehe gemeenten te Wönö-Hasri bijeen gekomen, waar de erven met groen waren getooid, en binnenshuis alles op het verblijf van gewenschte gasten wees. Tegen 10 uur begon de optocht. Voorafgegaan door het desahoofd en ouderlingen der gemeente, volgde de zendeling met al de medehelpers, desahoofden en besturen van elders en eene groote schaar van christenen en niet-christenen.

»Op de trede der nog altijd gesloten kerk staande, sprak de zendeling de op het erf vergaderde menigte een enkel woord toe. Hij zeide, dat dit gebouw bestemd was tot een bedehuis, en hij het alzoo opende in den naam des Vaders, en des Zoons en des H. Geestes. Hierop openden de medehelpers der gemeente de deuren, en ieder begaf zich naar zijne plaats. Maar niet allen konden daar plaats vinden; tientallen moesten buiten blijven staan. Naar aanleiding van Gen. 28 : 17 »Dit is niet dan een huis Gods en dit is de poort des hemels," hield de zendeling zijne toespraak ter inwijding.

»Hoe gaarne hadden wij ook den man in ons midden gezien, wiens naam, Mattheus Aniep, als grondlegger dezer desa en gemeente bij ons nog niet vergeten is. Doch daar zit onze oude vriend Marcus-Paq-Warsiö, die door Mattheus het eerst het Evangelie had leeren kennen , en door diens bemiddeling in 1814 te Soerabaja werd gedoopt. Kom, Marcus moest dus de plaats van den vriend zijner jeugd vervullen en ook een woord tot de verzamelde menigte