den llesident, op mijne voordacht eene Commissie van toezicht op de school benoemd, en wel de Posthouder als Voorzitter, tevens Secretaris, de ltadja van Seba en de ouderling M. Mello als leden. De laatste zal vervangen worden door den zendeling, die dan Secretaris zal zijn.

//Allereerst zal in de onmiddelijke nabijheid van het huis des zendelings een flink schoolgebouw gezet worden en zullen de ontbrekende leermiddelen en schoolbanken worden aangekocht.

//Het aantal scholieren was niet zoo groot als ik verwacht had. Er waren de beide dagen, dat ik de school bezocht, slechts 70. Goeroe P. Lekahene gaf als de reden daarvan op, dat het de tijd was om stroopsuiker te kooken, vóór de West-moesson, en dat dan altijd een grooter verzuim van de schoolkinderen plaats heeft, daar dezen de ouders helpen door het zoeken van hout en karbouwenmest, waarmede men de toewak (stroop) kookt.

//De banken waren aangemaakt, de nieuwe klok aangekomen; doch door gebrek aan geschikt hout was die nog niet opgehangen. Met deze mail zend ik 5 balken van deugdzaam hout naar Savoe voor de klokkenhuisjes. Voor de gemeente van Liaai bestelde ik ook een klok.

//Ik bezocht ditmaal de gemeente te Timoe-Badoe en Timoe-Belaoe. De opkomst in de school te Badoe was treurig. Het kerkbezoek gaat betrekkelijk beter; gemiddeld kwamen er 56 hoorders. Ik doopte er 11 kinderen.

//Te Belaoe, waar nu tijdelijk geen meester is, werd door den goeroe van Badoe kerk gehouden. Ik doopte er 14 kinderen en had een gehoor van 135 volwassenen.

//Den 3 de " September hield ik godsdienstoefening te Seba voor eene stampvolle kerk, tevens werden er 18 kinderen gedoopt. Bij het uitgaan van de kerk hield men mij staande op den weg met het verzoek: geef ons een' eigen pandita; en te huis werd ik letterlijk bestormd met de vraag: wanneer komt onze pandita? Het eenige antwoord, dat ik gaf was: geduld.

//Den 4°"' hield ik grooten kerkeraad te Seba. Ik had allen opgeroepen van de andere regentschappen."

Daar werden een 12tal onderwerpen behandeld, deels in betrekking tot de kerkekassen, deels tot het aanstellen en ontslag van onderwijzers, enz.

//Zoo werden mij ook, door den Radja, en den kerkeraad 5 jongens voorgedragen, die in de Minahassa, te Tomohon hunne opleiding tot goeroe zullen ontvangen. Met Br. Hiebink Rooker was daar over gecorrespondeerd. Het zijn de beste leerlingen van Br. Wijngaarden.