wone menschenkrachten mag gevergd wortlen, en hij deed dat vrijwillig en met lust."

«Over de gronden op Savoe nog dit. In geheel den Timorarchipel heeft men toewan-tanahs (grondbezitters), meestal de oorspronkelijke radja-familie. Later heeft men radja's gekregen om te besturen, en bleef aan den toeioan-tanah over het regelen van den godsdienst, de tijdsaanwijzing van planten en oogsten, nadat door hem de gronden waren aangewezen, die bewerkt moesten worden. Het is roofbouw. Na drie jaren bewerkt te zijn, verlaat men den grond, totdat hij weer genoegzaam begroeid is, om hem dan, na bekapt en afgebrand te zijn, weer te bewerken. Zoo lang de heidenen in de meerderheid zijn op Savoe, zal vooreerst nog weinig verandering in de hadat (de voorvaderlijke gebruiken) kunnen worden gebracht."

Br. Niks bezocht ook onzen zendingpost Baoe-mata op Timor. Hierover later.

5. Ontvangst van den Resident Jellesma te Amoerang.

In de Tjahaja Sijang, het Maleische Maandblad, dat door de Broeders in de Minahassa wordt uitgegeven en voor 's Genootschaps rekening op zijne drukkerij te Tanawangko, door Br. A. de Lange gedrukt wordt, komt in de N'. van 7 Augustus en 11 September een stuk voor, onderteekend P. Lutam, dat vertaald luidt als volgt:

//Toen vernomen werd, dat de Gouverneur-generaal den Heer E. J. Jellesma had benoemd tot Resident van Menado, verwekte dit groote blijdschap in de geheele Minahassa. Wij vernamen daarvan in dit blad, toen mededeeling gedaan werd van zijne komst in de afdeeling Tondano.

Vooral veroorzaakte het groote blijdschap aan ons, inwoners van de afdeeling Amoerang, en nog meer aan ons, ingezetenen van de negery Amoerang, die, nu 6 jaar geleden hem moesten zien heengaan, nadat hij 7 jaar lang als controleur onder ons (in de Minahassa) had gewoond.

In de maand Mei werd vernomen, dat: //in Juni de ////Toewan Besar"" hier zou komen." Ieder die deze tijding hoorde, was uitgelaten van vreugde, en het was voor ieders gevoel: //Mocht hij morgen al hier zijn!"

De vreugde uitte zich hierin, dat niemand meer zijn oude vlag wilde gebruiken; allen kochten nieuwe vlaggen.

Op den 13' len Juni zag ik met groote blijdschap, dat de menschen in de negery allen met elkaar vroolijk bezig waren, eerebogen op te