kinderen van deze plaats gaan naar Timoe Bolow , waar de school door 48 leerlingen wordt bezocht, wier kennis echter door Br. Letteboeii verre beneden voldoende wordt genoemd. Ook omdat de toestand der gemeente nog op ander gebied veel te wenschen overliet, besloot onze zendeling tot het nemen van een krassen maatregel; hij sloot de school tijdelijk, zoolang tot er nieuwe krachten zouden zijn en droeg den radja van Timoe Bodai op om het schoolgebouw aldaar, dat thans alleen voor kerk dienst doet, te herstellen, waarmede dan noodzakelijk een verhuizing van den goeroe Samalo van Bolow naar Bodai gepaard moest gaan. Ook het zedelijk gehalte der christenen laat veel te wenschen over. De fettor, het hoofd, van Bolow is in naam een christen, maar inderdaad een heiden. Hij leeft met vier vrouwen, naar men zegt; zeker is, dat hij de kerk nooit bezoekt, zoodat het niet te verwonderen is, dat ook zijne onderdanen zeer slecht ter kerk komen. Vele christenen worden zelfs weder heidenen. Te Liaai was de indruk veel gunstiger, en het stemde onzen Br. recht aangenaam, toen hij bij zijn inkomst in de plaats aan weerszijden van den weg een rij kinderen zag geschaard, in feestgewaad, met eigengemaakte vlaggetjes om den pandita welkom te heeten. De radja ontving hem zeer hartelijk en goeroe Suisa is een getrouw en ijverig man. Helaas, deze onderwijzer is reeds oud en dikwijls ziek, en op de school wordt ook al weder niet veel geleerd. Met het kerkbezoek is het treurig gesteld; van de 500 christenen komt alleen het huisgezin van den radja, 6 of 7 personen, geregeld ter kerk. Zoo wordt hier het goede voorbeeld wel gegeven, maar het baat weinig, als het niet wordt nagevolgd.

Te Messara, waar goeroe ito mate nog slechts korten tijd werkzaam is, waren de boeken keurig in orde, en op de school waren alle 20 leerlingen aanwezig, toen Br. Letteboeii haar bezocht. Er zijn echter slechts 4 of 5 kinderen, die geregeld komen. Van deze plaats heeft onze zendeling echter goede verwachting, zoo ten minste de radja zijn belofte nakomt om bevelen te geven, die het schoolverzuim verhinderen.

Trouwens, alles komt aan op goede krachten; er zijn er veel te weinig. Zoo zou er ook een onderwijzer moeten geplaatst worden te liai Lioe , waar 500 christenen wonen en een