geval echter heeft het opperhoofd der Topebato niet zeer krachtig gesproken, zoodat zijne medekabosenja's erg boos op hem zijn. Bedoeld opperhoofd begrijpt reeds zeer veel van het Christendom, en ook over het aanhangige heksenproces hadden goeroe en ik hem krachtig toegesproken. Ik kan de gedachte niet van mij afzetten, dat zqne weifelende houding voor een deel toe te schrijven is aan den invloed, dien onze woorden onder Gods zegen op hem hadden.

«Wanneer iemand beproefd moet worden om te zien of hij of zij aan hekserij doet, moet die persoon den vinger in kokende damar (hars) steken. Komt de vinger er verbrand uit, dan is dit een bewijs van schuld. Nu eischen de Topebato, dat deze proef ook worde toegepast op het van hekserij beschuldigde meisje ; het opperhoofd van de tegenovergestelde zijde wil hierin wel bewilligen, mits de hoofdaanklager mede den vinger in de kokende hars steekt, ten einde te bewijzen, dat zijne bewering waar is. Tot zoover is het proces gevorderd. En dit is niet het eenige. door het geheele land is men bezig heksen te beproeven.

//Tot vóór korten tijd verzetten wij ons steeds sterk tegen de denkbeelden, die omtrent heksen, weerwolven enz. heerschen. Wij zijn hiervan echter teruggekomen. Door ons verzet toch werden de lieden boos en vervreemdden van ons; daarom lieten wij dien wederstand varen, tenzij een onzer meer rechtstreeks in een heksenproces wordt betrokken, als wanneer wij ons met klem van redenen er tegen zullen verzetten. In onze gesprekken en ons onderwijs laten wij de heks voorloopig voor hetgeen zij is, en wijzen dienaangaande op twee punten: 1° onder de christenen zijn geene heksen; 2° al waren er heksen, dan zou God toch niet toelaten, dat dezen een kind Gods kwaad zouden doen. Ergo: wilt gij van heksen verlost worden, tracht dan een kind Gods te worden. Zulk eeue redeneering, hoeveel er overigens op aan te merken moge zijn, vindt ingang; men luistert aandachtig, men vraagt hoe en wat men moet bidden tot God om van heksen bevrijd te blijven, want de vrees voor deze wezens is onder de Alfoeren ontzettend groot.

«Met zichtbare en onzichtbare machten heeft de zending te strijden, maar God zal ons de overwinning geven door volharding en gebed."

3. Mededeelingen.

a. //Levensbericht van Johan Christiaan Neurdenburg, dooi• J. Craandijk."

Tegen toezending van 45 ets. per postwissel zijn hiervan nog exemplaren te bekomen bij den Heer J. W. Roskes, Rechter Rottekade, Rotterdam. De opbrengst is j ten bate van het Genootschap.