vertelde, dat de Radja bij zijn laatste bezoek te Menado gezegd had tot het Christendom te willen overgaan, betwijfel ik.

's Avonds om 6 uur verlieten wij Buool en zuidwaarts langs de kust van Celebes stoomende kwamen wij den volgenden middag te 5 uur voor Donggala in de Palosbaai.

't Was mij een vreemde gedachte dat wij, na de reeds zoo lange reis sedert wij Posso verlieten, nu weer zoo dicht in de nabijheid van onze woning waren.

Daar de civiele gezaghebber van Donggala niet aanwezig was bleef ik aan boord en wij stoomden den volgenden morgen zuidwaarts verder en in éénen door naar Macasser, waar wij den 5 den September te 5 uur 's namiddags arriveerden.

Nog dienzelfden avond ontving de Gouverneur de Heer van Beaam Moeeis mij zeer voorkomend en besprak ik met Z.Exc. de belangen der Zending te Posso en de onwelwillende houding tegenover ons van den Datoe van Loewoe (zie boven). Tot mijne verrassing vernam ik toen, van Z.Exc. dat Posso eigenlijk behoorde onder het gebied van Loewoe en dat de Datoe het kwalijk had genomen, dat de zending te Posso begonnen was, zonder zijn voorkennis en verlof, doch dat zijne houding ongetwijfeld anders zou worden, wanneer ik een officiëel bezoek bij Zijne Hoogheid aflegde, waartoe de Gouverneur mij bij hem zou introduceeren. Op mijne terugreis naar Posso, die ik dan te land over Loewoe hoop te kunnen doen, zou dit bezoek kunnen plaats hebben.

Tot dusver Br. Keuijt's reisverhaal. De boot deed nog Lombok en Bali aan, op welk eerstgenoemd eiland Br. Kbuijt de graven onzer talrijke aldaar gesneuvelde dapperen bezocht, en kwam den 10 len September behouden te Soerabaja aan, alwaar, schrijft hij, «de heerlijke ontmoeting met onzen vader, waarop wij zoo lang hadden gehoopt, plaats had."

Omtrent de reis naar Loewoe verwijzen wij naar vroegere mededeelingen, o.a. in ons laatste Maandbericht. Vóór de vestiging te Posso was van den invloed en de rechten, door den Datoe van Loewoe in die streek uitgeoefend, niets bekend en niets te vermoeden. Nu echter is de noodzakelijkheid van het voorgenomen bezoek voldingend gebleken. Geve God op een en ander zijn onmisbaren zegen!