buitenland werden voorts gelezen, inhoudende deels felicitatiën en heilwenschen, deels kennisgeving van afzonderlijke personen of corporatiën, dat zij verhinderd waren de vergadering bij te wonen of zich daarop te laten vertegenwoordigen. Onder al die stukken verdienen bijzondere vermelding: 1°. een schrijven van al de BB. Zendelingen op Java, medegeteekend door Mevrouw Bervoets, die daarbij kennis geven van het plan om op dezen zelfden 14 den Juli te Modjo-warno te vergaderen en des namiddags een bijeenkomst te houden met de gemeente aldaar; '2°. een schrijven in het javaansch, geteekend door al de medehelpers, en de vertaling er van door Br. J. Kruyt; 8°. een brief van de Broeders te Tomohon; 4°. een dito van de Zendelingen der Utrechtsehe Zendingvereeniging op] NieuwGuinea. Uit al deze brieven spreekt een geest van oprechte deelneming en broederlijke liefde, die het hart goeddoet en verkwikt.

Namens de vergadering zelve wordt een telegram verzonden aan den Nestor der Bestuurders, den eerwaardigen Rutgers, van Ilallum (thans emeritus, wonende te Groningen), die, hoewel tot een jonger geslacht behoorende dan de stichters van het Genootschap, dezen van de tegenwoordig levenden het naaste staat, en die het Genootschap in moeilijke oogenblikken herhaaldelijk door krachtdadige hulp, met stille bescheidenheid geboden, op het treffendst aan zich heeft verplicht.

Nog worden in deze eerste morgenzitting uitgebracht de gebruikelijke jaarlijksche rapporten, als dat van de Commissie van Onderzoek en Toezicht, door Br. Lamers, van Rijsoord; van de Commissie voor Maandbericht en Tijdschrift, door Br. Roskes; van de Permanente Commissie, door Br. Schuller tot Peursum, van Amsterdam. Uit eerstgenoemd rapport vermelden wij een hartelijke begroeting van Br. J. W. Gunning Jr., die in deze vergadering voor de eerste maal als Secretaris en Direetor van het Zendelinghuis optreedt, en van wien, onder dankzegging aan God, de aangenaamste samenwerking met allen geconstateerd kan worden; en een betuiging van bijzondere dankbaarheid aan Br. Roskes en zijne echtgenoote, voor al hetgeen door dezen is gedaan, om de zaken, bij ontstentenis van een Secretaris-Director, zonder stoornis aan den gang te houden.

Had de presentielijst des morgens 77 namen vermeld, de namiddagzitting werd door een veel talrijker schaar van belangstellenden en genoodigden, waaronder Z.Exc., de Minister van Koloniën, de Directeur van het Ethnologisch Musetim, de Heer Werumeüs Buning, vele afgevaardigden van binnen- en buitenlandsche vereenigingen en een aantal dames, bijgewoond. Nadat ook deze zitting door den Voorzitter met een toespraak geopend was, waarbij hij de genoodigden verwelkomde en de buitenlanders