2. Een goede tijding

Onlangs werden wij verblijd door het bericht van een zeer aanzienlijke schenking, die ons is ten deel gevallen. De heer Van Munster te Amsterdam, maakte het Nederlandsch Zendelinggenootschap voor 1/15 deel erfgenaam van zijne nalatenschap. Juiste cijfers kunnen wij natuurlijk nog niet noemen vóór de liquidatie heeft plaats gehad, maar zooveel is reeds zeker dat het bedrag van beteekenis is.

Wij vermelden dit bericht met groote dankbaarheid, des te meer, omdat de nood inderdaad zeer hoog gestegen was. Wij achten het noodzakelijk onze vrienden daarop nog eens te wijzen. De vaste inkomsten van ons Genootschap bedragen gemiddeld f 34,000,—. Daarentegen waren onze gemiddelde uitgaven gedurende de laatste vijf jaren bijna f 90,000,—. Een bedrag van f 56,000,— kwam dus jaarlijks bijeen door giften en legaten, en zelfs meer dan dat, zoodat de gemiddelde ontvangsten gedurende de jaren 1891-1895 bijna ƒ 97,000,— bedroegen. In het afgeloopen jaar 1896 daalden ze echter plotseling tot 58,732,— tengevolge waarvan het tekort op de laatste jaarrekening steeg tot bijna f 34,000,— (nominaal door veranderde wijze van boekhouding ruim f 45,000,—.)

Tot heden kwam bij ods in aan feestgaven f 64,580,18; voorwaar een aanzienlijk bedrag, waarvoor wij hartelijk dankbaar zijn. Maar als men denkt aan ons te kort, aan de /» 56,000,—■ die jaarlijks aan giften en legaten inkwamen; als men verder liedenkt, dat deze laatste rubriek uit den aard der zaak dit jaar uiterst klein zal zijn (het thans ons ten deel gevallene er buiten gelaten) omdat ze door de feestgaven wordt gedrukt (*), dan zal ieder kunnen begrijpen, dat deze feestgaven, hoe dankbaar ze ons ook stemden, toch de ernstige bezorgdheid over den bestaanden toestand niet konden wegnemen.

Die toestand is bedenkelijk. Ongetwijfeld, een Genootschap als het onze behoeft zich niet te bepalen tot een budget dat zijn vaste inkomsten niet te boven gaat. Maar een wanverhouding als thans, een verschil tusschen beide van f 56,000,— dat is onnatuurlijk en bedenkelijk in hooge mate. Dat daarom deze schenking waarlijk een uitkomst mag worden genoemd behoeft niet gezegd. Het Hoofdbestuur beschouwt het als een middel, door God gegeven, waardoor tijd gewonnen is om een zuiverder toestand in het leven te roepen. (*) Tot heden kwam slechts ƒ 11,700 in.