zeer ver van daan. Dit moet te meer bedroeven, dewijl zij wel eens geheel van dat weldadige voorregt zouden kunnen verstoken worden, zooals voor mijne komst op Banda, gedurende twintig jaren, het geval was.

„ Evenwel niet alle Christenen maken zich aan verwijdering van de openlijke godsdienst, en de daaruit voortvloeiende zedeloosheid schuldig. Er zijn nog eenige welmeenende Christenen, zoo inlandsche als van Europesche afkomst, die een getrouw gebruik maken van de middelen tot hunne godsdienstige opleiding, en die nuttige leden van de burgerlijke en Christelijke maatschappij zijn; hun getal echter is niet groot.

„ Wanneer des zondags mijne predikdienst in de gemeente is afgeloopen, en mijne dienst in het hospitaal (als daarin zieken zijn) verrigt, hóude ik des avonds ten mijnen huize met eenige bejaarde personen eene godsdienstige zamenspraak, bij wijze van katechizatie, over hetgeen gedurende dien dag in de kerk is gesproken. Het is te beklagen, dat ook deze godsdienstige afzondering niet zeer wordt gewaardeerd, en men niet bestendig daarvan gebruik maakt.

„ Mijne overige werkzaamheden in de week, zoo als het bepaald bezoeken der Christenen op Banda, benevens het katechizeren driemaal des weeks voor kinderen en bejaarde personen, worden bestendig door mij voortgezet. De Weleerw. Heer lenting te Batavia heeft de goedheid gehad mij de noodige boekjes om niet toe te zenden, om die in de ge-