'den, die met mfj de zaak des Heeren dienen, hun getuigenis der waarheid beginnen af te leggen. Het volk staat verbaasd over hunne toespraken, over hunnen ijver , over de beschrijvingen van de dwaasheid en boosheid hunner afgoderij, en over de beminnelijke voorstellen, die zij doen, van de liefde Gods, de verlossing door Jezus en alle andere leerstukken van het Evangelie. Moge de Heer, bij hetgeen zij reeds bezitten, met zijne geestelijke gaven hen meer en meer toerusten, en hen wijs doen worden , om zielen voor Christus te gewinnen! Ik weet, dat de verachting, schande en vervolging, die op hen valt, niet gering is, ja bijna niet te verduren; maar zij lijden geduldig, als zulken, welke verpligt zijn dagelijks hun kruis op te nemen , zichzelven te verloochenen en Jezus te volgen."

Te rotterdam , bij M. WIJT & ZONEN, Drukkers van het Nederl. Zendelinggenootschap.