crisp in Ir.dic was aangekomen , en oorspronkelijk bestemd was naar Kuddapah , welke plaats echter alsioen zijne dienst niet vorderde, als Zendeling naar die plaats zeer aan. Zij zeilden van Engeland op den i i dcn April 1826 en kwamen te Madras op den i7 dcn Julij 1827. Met overleg van het Distrikts-bestuur begaven zij zich naar Salem , alwaar zij op den 2o sten October 1827 aankwamen, wordende aan de missie twee inlandsche helpers van Bangalore verbonden, waaraan in 1829 nog twee anderen van dezelfde plaats werden toegevoegd. Mejufvrouw crisp wijdde zich volijverig aan de zaak der Heidenen, maar hare diensten waren van korten duur. Het behaagde de Goddelijke Voorzienigheid haar af te lossen op den 7 dcn Mei 1829. De Heer henrij crisp bezocht in de maand Julij daaraanvolgende zijnen broeder edmund crisp te Kombakonum , tot herstelling zijner gezondheid, welke zeer geleden had door het verlies zijner echtgenoot, en rekte zijn verblijf aldaar tot September 1829, en keerde toen weder naar Salem terug, niet weinig gesterkt beide naar ligchaam en geest. Zijne gezondheid herstelde zich naderhand geheel en al, doch in September 1831 wederom door ziekte overvallen, bezweek hij op den 28 sten der volgende maand. Zijne twee nagelatene kinderen werden door den Heer en Mejufvrouw edmund crisp in bescherming genomen , en zijn nu aan de zorg van aanverwanten in dit land toevertrouwd. De missie bleef een tijd