Twee nieuwe stukjes werden ons daarenboven door die Commissie bezorgd. Het eerste behelsde de Opwekking tot getrouwe deelneming in het Maandelijksche gebed voor de uitbreiding van het Evangelie , het andere een Troostwoord voor Christenen in alle wederwaardigheden, door m. luther.

Een zevental Directeuren zijn weder door den dood aan ons Genootschap ontnomen. Wij betreuren het verlies der broederen j. w. van dolder te Wageningen , j. fontein jz. te Rotterdam, a. gerlach te Delft , p. hugenholtz te Utrecht , c. jongsria te Leeuwarden , j. a. lotze te Amsterdam en n. messchaert te Rotterdam. Allen waren zij dc zaak, welke wij behartigen , ijverig toegedaan en sommigen van hen eene lange reeks van jaren voor dezelve werkzaam. Broeder hugenholtz , die vele jaren lang aan het bestuur des Genootschaps deel had, ging in het jaar 1818 de Algemeene Vergadering als redenaar voor. Broeder fontein was meer dan tweeendertig jaren onafgebroken ten nutte des Genootschaps bedrijvig als een van deszelfs Secretarissen, en bewees hetzelve in die betrekking zeer gewigtige diensten, gelijk alles, wat tot de uitbreiding van het evangelie strekken kon , hem, den nederigen en getrouwen dienaar van Christus, zeer na aan het harte lag. Mogen deze broeders veel blijdschap hebben in den hemel over zondaren, in en buiten ons vaderland, door middel van den arbeid des Genootschaps van de dwaling hunnes wegs bekeerd! Mogen wij en