1833. 12.

MAANDBERIGT

van het

NEDERLANDSCHE ZENDELINGGENOOTSCHAP,

betrekkelijk de uitbreiding van het christendom, bijzonder onder de

HEIDENEN.

ZUID-AFRIK A.

Berigt van de Fr arische Missie in Zuid-Afrika.

(Vervolg van No. n.)

„ De school der beproeving duurde nog langer voort, ook het werk der Zendelingen had tegenspoed. Brandende van verlangen, om den last zijnes Heeren uit te voeren, konde de Zendeling rolland zich niet bedwingen, om de volkomene herstelling van zijnen nog zwakken broeder af te wachten, maar besloot in de maand Mei 1831 Lattakkoo te verlaten, en de stam der Baharutzen te bezoeken, welke 76 mijlen Noord-oostwaarts van voorgemelde

12