gevvaper.d naar ons toe en gedroegen zich zoo schandelijk, dat wij hen in het eerst met vrees moesten te gemoet komen. Op onzen terugtogt geraakten wij weder in het grootste gevaar, daar onze boot bijkans door de woedends baren overweldigd werd, doch ook nu redde ons God door zijnen almagtigen arm. De felle koude vermeerderde met eiken dag, wij waren genoodzaakt naar het voorgebergte van Schan tong te zeilen en waren niet ver van de Gele rivier, toen eene nieuwe zandbank ons met schrik vervulde. Doch wij ontkwamen het gevaar, en, sturende naar Schang hai, ontmoetten wij een Chineesch vaartuig, hetwelk juist in gevaar was. Verscheidene andere Chinesche vaartuigen voeren voorbij zonder hulp te bieden. Toen ik dit ontwaarde, vermaande ik den kapitein, om het kwade met het goede te vergelden, gelijk dit een' waren Christen betaamt. Na eenige bedenkingen zond hij eene boot af, wij hadden het genoegen twaalf menschen te redden, en liepen zegepralende te Schang hai binnen. Niemand der geredden bedankte ons, maar wij hadden de overtuiging overeenkomstig het Evangelie gehandeld te hebben,

„ Vertiouwende, dat God eene wijde deur zal openen, hebben wij eenige dagen hier vertoefd. Indien wij slagen, zullen wij weldra eenige Zendelingsposten in het hart van China hebben en het vijandelijke stelsel van uitsluiting zal weldra in duigen vallen. Groote opofferingen worden er gevorderd, om dat tot stand te brengen; doch God is Almagtig. Ik heb tegen bergen van zwarigheden te