1834. N°. 7.
MAANDBERIGT
VAN HEI
NEDERLANDSCHE
ZENDELINGGENOOTSCHAP,
betrekkelijk de uitbreiding van het christendom , bgzonder onder de
HEIDENEN.
CHINA.
Met geen minder genoegen dan waarmede wij, in ons vorig maandberigt N°. 6, iets van de laatste tijdingen uit Bengalen mededeelden, nemen wij ook het volgende betrekkelijk het verbazend uitgestrekte Keizerrijk van China over, hetwelk thans voor de derde maal door onzen zendelingbroeder gutzlaff is bezocht, die op vele plaatsen den toegang voor het Evangelie geopend vond, en dikwerf ruime gelegenheid had, om de kennis aan hetzelve , inzonderheid door traktaatjes, te verspreiden. Zijne werkzaamheden en die van andere zendelingen hebben in de laatste jaren groote belangstelling opgewekt, en elke bijzonderheid, die hope gaf opliet
7