wil laten genieten. Den daarop volgenden Zondag nam ik de dienst waar, op verzoek van broeder riedel , sprak over de woorden van onzen Zaligmaker Mark. X: 13—15, en stelde de gemeente voor, wat uit dit gezegde van Jezus voor kinderen, ouders, en elk ander mensch in liet bijzonder, te leeren is. Na deze rede geeindigd te hebben, las ik het gewone doopsformulier, en nadat de ouders en doopgetuigen op de drie vragen geantwoord hadden, doopte broeder schwarz dat lieve kind, terwijl mijne echtgenoot hetzelve ten doop hield. Deze dag was waarlijk een feestdag voor ons, en dat op Tondano in het midden der heidenen , op de hoogte der bergen van Menado ! Wie had dat ooit kunnen denken ? Hoe goed is God ! Hoe wonderbaar zijn Zijne wegen!

„ 18 Julij. Vele menschen toonen grooten lust te hebben tot het onderzoek der waarheid, die naar de godzaligheid is. Eene menigte leerboeken van a. brink en van de Bijbelsche historie van h. wester. heb ik al verkocht; ook van de Maleitsche psalmboeken van D«. kam heb ik al meer dan 300 exemplaren verkocht, en nu weder de Maleitsclie liederen en gezangen, die in de • gemeenten le Kema en Menado , bij bijzondere plegtige gelegenheden, zoo als in de maandelijksche bedestonden , bij de bediening van het H. Avondmaal en op feestdagen, met stichting worden gezongen. Dit een en ander zijn, dunkt mij, teekenen van lust en ijver, om te willen keren en bekend te