zijn ! Maar wfj hebben, tot onze sinart, dezen broeder moeten döen opmerken , dat hij alzóó onze Zendeling niet zal kunnen blijven. Broeder röttgeR , ook voor Timor afgereisd, heeft ons onlangs een ander plan voorgesteld. Wat hiervan de uitslag wezen zal, is nog niet beslist; maar wij missen hem thans bij de Timorsche zending, waar wij hem zoo gaarne reeds werkzaam zouden gezien hebben. Ook de staat der fondsen op Timor is in de laatste tijden, ten gevolge van omstandigheden buiten ons bereik, verachterd en het beheer der^ middelen minder geregeld geweest, waardoor de broederen soms in niet geringe ongelegenheid hebben verkeerd. Wij zijn hieromtrent opheldering wachtende. Intusschen zijn de noodige maatregelen tot voorziening in de behoefien onzer broederen genomen, waarvan zij reeds genot zullen hebben. Wij vernamen tot onze blijdschap, dat in het midden des vorigen jaars Z. M. brik Nautilus , van Amboina afgezonden, om van Regeringswege de Z. W. eilanden te bezoeken, eenige derzeive reeds had aangedaan. Op sommige plaatsen was hierdoor orde hersteld, soiflmige opperhoofden waren voorbeeldig gestraft, onze Zendelingen waren door den Heer Konjmandant muller met veel toegenegenheid behandeld, en men hoopte van dezen maatregel goede gevolgen te zien.

Wat de personen, tot deze missie behoorende , en hunne werkzaamheden meer in 't bijzonder aanbelangt.'

Op Timor-Kocpang is, na den dood van terlinden , onze broeder heymering nog naar ver*