vergadering, om deze zaak in ernstige overweging te nemen. Eenigen zeiden: „Als dat waarheid is, dan wordt het waarlijk hoog tijd, dat wij die betere godsdienst leeren kennen, en als onze wijze van godsvereering valsch is en aan den grooten Geest mishaagt, dan moeten wij haar afschaffen. Wij moeten hier meer van weten, het is eene zaak, die geen uitstel lijden kan, hoe eerder wij er mede bekend worden zoo beter." Dientengevolge zond men vier opperhoofden naar St. Louis , om van den grooten vader, den Generaal clarke , nadere opheldering te vragen, daar men niet twijfelde, of hij zoude hun volkomen de waarheid zeggen. Zij kwamen te St. Louis , en meldden zich bij den Generaal clarke aan. Deze eenigzins verlegen, daar hij al hef gewigt der taak gevoelde, die hem thans werd opgelegd, gaf hun te kennen, dat hetgeen zij van den blanken man in hun land vernomen hadden de waarheid was. Hij verhaalde hun kortelijk de geschiedenis van het menschdom van de schepping tot op de komst des Verlossers, legde-hun uit Gods woord zijne geboden voor, en maakte hen bekend met de geboorte van Christus, zijne levensgeschiedenis , zijne leer , zijnen dood, zijne opstanding en hemelvaart, zijn middelaarswerk, en zijne aanstaande komst ten oordeel. Die ongelukkigen. Zij hadden het voorregt niet van gezamenlijk met deze boodschap tot hun volk weder te keeren. •Twee van hen stierven te St. Louis , en de beide anderen begaven zich nog ongesteld op reis naar hun vaderland, maar of zij hetzelve bereikt hebben,