Priesters zijnde hebben wij onze medemenschen inet opzet om den tuin geleid. Wij schamen ons thans over onze verblinding en over ons gepleegd bedrog. Maar eindelijk heeft het God, den almagtigen, behaagd, onze oogen te openen, ons onze schuld te doen beseffen, en ons van het verderf te verlossen. Thans, wij bekennen het met blijdschap en dankbaarheid, hebben wij het geloof en de afschuwelijke zeden en gebruiken onzer voorouders verzaakt en wenschen voortaan door de hulp des Heeren godzalig, matig en regtvaardig te leven in deze wereld. Wij gelooven voortaan in den eenigen waarachtigen God, als den Schepper en onderhouder van het heelal, en in jezus christls zijn eenigen veel geliefden Zoon, dien Hij tot onze behoudenis als Verlosser en Zaligmaker in de wereld heeft gezonden. Wij gelooven, dat jezus christds de eenige grond onzer zaligheid is, dat Hij alleen ons van onze zonden kan verlossen. Hem dan wenschen wij door het geloof te omhelzen, omdat wij door dit geloof deel zullen ontvangen aan de zegeningen, die Hij voor ons heeft verworven. Hiertoe echter uit eigene kracht niet in staat zijnde, zullen wij Hem dagelijks om Zijne hulp en om den bijstand des heiligen Geestes smeeken. Wij beloven voortaan van de Christelijke hulpmiddelen een naarstig gebruik te zullen maken. Dit bekennen en beloven wij in de tegenwoordigheid van God en voor de gemeente en de getuigen."

Broeder vuren predikt gewoonlijk om de veer-