gelijk elders, waar hel vroeger zoo duister was, maar waar thans het licht is doorgebroken, zoo ook hier het rijk der duisternis voor dat des lichts zal zwichten. Er is ook, wat in mij die hoop verlevendigt. Daartoe behoort, dat de openbare godsdienstoefeningen door velen der Christenen, althans meestal, vrij wel worden bezocht. Eerst dan, wanneer het met de Christenen beter wordt, kan ik met grond verwachten, dat mijne pogingen onder de Heidenen gunstiger zullen slagen. De gesteldheid der eersten toch kan tot dusver weinig strekken om het Christendom bij de laatsten aan te bevelen."

Voorts meldt broeder donselaar , dat hij, behalve de catechisatien met de schoolkinderen, tweemaal in de week godsdienstig onderwijs geeft aan eenige jongelieden, die reeds voor korteren of langeren tijd de school verlieten, en waarvan er eerlang tot lidmaten der gemeente kunnen aangenomen worden. Ook hebben eenige paren, tot dusver in onecht levende, hem beloofd, zich op Christelijke wijze met elkander in den echt te zullen laten vereenigen. Zijne mededeelingen eindigen met den wensch, dat er welhaast een einde moge komen aan den tegenwoordigen onrustigen staat van zaken. Zijn verblijf te Bahauw is verre van aangenaam te zijn. Eiken nacht verkeert hij met de zijnen in gevaar van wege den vijand. Stelt nu daar tegenover de rust en de veiligheid, waarin wij ons verheugen mogen, het verkeer met vrienden, die Christus den Heer liefhebben, de aan-