volmagt toe," aldus voort: » Zoo laat mij dan mijne ceremoniën volbrengen." Aanstonds begint nu de onderpriester met een' barbier als bezeten eenige malen rondom den tempel te springen. Na deze plegtigheid ontving de Bramien een kokosnoot en het volk eene zekere gele stof, waarmede zij zich besmeerden, als gunst en genadebewijs der demonen. Hierop naderde iemand den priester, hem smeekende om de genezing van een' kranke. De priester beloofde, dat hij iets beter zijn zou , voor dat de zon onderging. Maar de kranke was niet beter, toen de zon onder- en weder opgegaan was. Een ander zeide, dat men hem iets ontstolen had, en vraagde, of men den dief niet op het spoor zou kunnen komen. De priester antwoordde, dat, indien men binnen twee maanden den dief niet had gevonden , men dan geen offers meer behoefde te brengen. Vroeger had hij ook reeds beloofd, binnen een' bepaalden tijd den dief te zullen vatten. Ofschoon de belofte niet vervuld was, had men toch geloof blijven slaan aan deze bedriegerijen. Is het niet duidelijk, dat dit volk bedrogen wil worden?

Vraagt gij, op hoe velen nu eigenlijk de Zendelingen te Mangalore eenigen invloed uitoefenen, dan is het antwoord: op 365 Christenen en 92 Heidenen , zoodat in hel geheel 457 zielen onder den invloed dezer zending staan. Veel kleiner is het getal te Mulki. Daar verzamelden zich 45 zielen rondom den prediker des Evangelies, terwijl te Honore het getal tot 57 is geklommen , namelijk 7 Christenen en 50 Heidenen.