Hoofdbestuur zijn overwogen; maar verneemt tevens, door welke ontzettende bezwaren elk denkbaar middel wordt gedrukt, en onze verlegenheid zal u niet bevreemden. Slaan wij eerst den blik op Indiƫ, daarna op het binnenland.

Men heeft gevraagd: of er niet op onze zendingen kan worden bezuinigd? maar wie eenig begrip van den werkelijken toestand heeft, moet beslist antwoorden: //Neen! dat is onmogelijk." Bezuinigen op Java? - maar daar kunnen wij met de beschikbare gelden niet eens in de dringendste behoeften voorzien. Ter nauwernood kunnen de zendelingen er van hunne bezoldiging leven, en zij vragen met billijken aandrang verhooging, omdat zij niet meer kunnen toekomen, terwijl de prijs van alle benoodigdheden stijgt. Al wat men er heeft: schoolbehoeften, leermiddelen enz. - ja, men behelpt er zich mee en doet wat men kan; maar 't heeft alles verbetering noodig; 't behoorde alles veel ruimer te zijn, om aan de hoogere eischen van den tijd te voldoen. Bezuinigen in de M inahassa? - maar al is de som van f 35000, daarvoor uitgetrokken, door de benoeming van drie zendelingen tot hulppredikers, voor het oogenblik verminderd, die vermindering zal slechts voor korten tijd kunnen zijn. Ook daar is het leven veel duurder geworden. De traktementen der zendelingen gedoogen geen inkrimping. De meesters genieten eene bezoldiging, waarvan het dubbel ontoereikend zou zijn voor den geringsten handwerksman hier te lande. En terwijl de regeering er haar godsdienstlooze scholen oprigt, in grooter getal dan ergens in Indiƫ, hoewel er overal elders meer behoefte bestaat, en het zoogenaamd neutraal onderwijs nergens minder gepast is dan in de Minahassa, - moeten onze scholen in behoorlijken toestand verkeeren, om niet door die van het gouvernement geheel te worden verdrongen. De drukpers dekt ten volle haar eigen kosten; de kweekschool is, door de inspanning van den ijverigen graafland, op weg om binnen enkele jaren in haar eigen onderhoud te voorzien; op het overige is geen bekrimping mogelijk. Bezuinigen op Savoe?- dat toch slechts eene kleine som vordert; waar de bescheiden teffer en zijne wakkere gade reeds zoo