1876. M 3.

MAANDBERIGT

van hbt

Nederlandsche Zendelinggenootschap.

(78 ste Jaargang.)

INHOUD.

HOOFDARTIKEL: Een dringend woord (afzonderlijk uitgegeven). — VERSCHEIDENHEDEN : Weldra vijftig jaren in de zending . — AANWIJZINGEN en HERINNERINGEN: Br. teffer. — Ons Hoofdartikel. — Giften en Legaten.

VERSCHEIDENHEDEN.

Weldra vijftig- jaren in tle zending-.

Een dagboek ligt voor ons, dat aldus aanvangt: //ll September 1826. Op dezen dag was dan het uur gekomen, dat ik verwaardigd werd, na eene ruim driejarige opleiding, in het voor mij onvergetelijke Rotterdam., het vaderland met ziine naauwe betrekkingen van onderscheiden aard te verlaten, en wel met het oogmerk, om het dierbaar Evangelie aan hen bekend te maken, die nooit of zeldzaam van jezus hoorden. Het was 's morgens ten 4 ure, toen ik Rotterdam, verliet, met drie van mijne broeders, mijne zuster en de nog achterblijvende kweekelingen, in een' boeijer, die ons ter reede van Helvoetsluis moest brengen, waar ik aan boord zou gaan van het schip helena ciiristina , gevoerd door kapitein maetbns."

Het bedoelde dagboek is van Br. w. luyke , thans nog werkzaam te Roematiga, op het eiland Ambon, en die dus in den loop van dit jaar, als God hem bij het leven spaart, gedachtenis zal vieren van vijftigjarigen onafgebroken arbeid als zendeling van ons genootschap in Neêrlandsch-indië. Wij rekenen op de goedkeuring van de lezers onzer Maandberigten, als wij in enkele artikelen eenige herinneringen geven uit het leven van dezen broeder. Hij zelf zal het ons ten goede houden, wanneer wij hem dus nog bij zijn leven aan een jonger geslacht voorstellen, en welligt hielen daar iets aan 't licht brengen, dat hij aan de vergetelheid zou willen zien prijs geven.

Aan boord van de helena christina waren met Br. luyke de zendelingen dommers, wienkötter en echtgenoot (geb. siborgh)