nu, dat- is maar goed ook - maar toch - stel u b.v. het kleine kerkje van Woclocr voor, gevuld met + 200 mensehen; straks moet gij dicht bij de lui zijn, bij Doops- of Avondmaalsbediening; 't is niet alles. Van baden heeft men een afkeer; zeep, vooral zoo noodig voor die ongezonde (??) huid, gebruikt men niet en die enkele kleeren, één stel voor de kerk slechts, worden jaar en dag gebruikt, zonder ze te wasschen. De behoefte der bevolking is uiterst gering: djagoeng, pisang en in 't wild groeiende planten. Ziedaar de hoofdschotel. Een enkele maal. maar dan bij extra buitengewone gelegenheden: rijst met varkensvleesch. Vechten, ja. daar houdt men van. Voor enkele jaren nog. tusschen de twee dicht bij elkaar gelegen kampongs Woclocr en Kclih, en dan met pijl en boog. Thans houden onder ons Bestuur die binnenlandsche oorlogen op. De kleeding bestaat grootendeels uit de bekende „tjawat" (schaamtegordel). Alleen de Christenen zijn begonnen, met niet alleen naar de kerk kleêren te gebruiken, zooals dat de gewoonte hier is in het A'mbonsche, doch ook andere dagen, wanneer men in de negerij is, en dus niet naar de velden gaat. De huizen zijn primitief, laag, donker. Hier houden niet alleen menschen, maar ook dieren als varkens, geiten, kippen hun verblijf. Die huizen dienen voor drie doeleinden: woning, stal en keuken. Huisraad is er niet. Eene verhevenheid, een soort bank van bamboe voor de huisgenooten, deze doet dienst voor ledikant en tafel. Daaronder, loopen de dieren en ginds in den hoek is de haard. Wat moet toch 1 zulk een woning zijn voor ouden, zieken, zwakken, kinderen - vreeselijlc niet waar? Een groote nap, van een klapperdop, dient voor bord en kopje. Handen bij het eten doen dienst voor mes, lepel en vork ; de buitenste vlakte der hand is het servet. Industrie is er niet. landbouw evenmin, voortbrengselen 't zelfde. Wat staat dat leven nog laag!

Maar wij hebben nog andere 1 belangen. Ons werk, niet waar, dat interesseert ons meer, dan de natuurlijke gesteldheid van land en volk.

Nu 't is te begrijpen - bij zulk een toestand is er nog veel werk — en gelukkig er wordt veel gewerkt. Thans zijn er op Dammer alleen 7 gemeenten met 6 inlandsche gemeentescholen. Als mijne vrienden in het bezit zijn der Mededeelingen, dan zou ik toch wel gaarne hebben, dat zij eens eventjes deel 28 ter hand namen, en bladz. 29 opsloegen. Daar vindt ge een statistiek van de Inl. Christengemeenten op de Ambonsche-, Aroe- en Zuidwester eilanden op 1 Jan. 1882. Toen op Dammer zegge drie zielen, geen enkel

4