aantal opgeleide Savoeneezen is nog zeer gering. Na een 12-tal zware dienstjaren, komt onze Broeder thans in het Vaderland met echtgenoote en kind. God geve, dat hij geheel herstel moge vinden van de malaria-aanvallen, die hij heeft moeten doorstaan, en verkwikke hem naar lichaam en ziel door het verblijf hier te lande !

Hoepen wij dezen Broeders een welkom toe, uit de verte brengen wij een heilwensch aan den oudste onzer dienstdoende' zendelingen, Br. A. Kruijt te Madja-warna. Den 19en Juli zal het 25 jaar geleden zijn, sedert hij als zendeling werd afgevaardigd en al zijn dienstjaren bracht hij te Madjawarna door. Hij ging daar in tot den arbeid van zijn vader, onzen Br. J. Kruijt. In hartelijke samenwerking met dezen werd in den loop dier 25 jaren heel wat tot stand gebracht. Wij noemen de beide steenen schoolgebouwen, waarin ruimte is voor ongeveer 700 kinderen ; de kweekschool, thans onder leiding van Br. J. Kats; het oorspronkelijke gebouw van het ziekenhuis, weldra onder leiding van Br. Bervoets zeer vergroot; de ambachtsschool; de spaarbank voor inlanders. Natuurlijk is niet uit te maken, welk aandeel de vader en welk de zoon had in al dit werk. Trouwens, zij zelf zouden zeker niet gaarne zien, dat wij hun beider werk scheidden; het eigenaardige van deze werkzaamheid was en is juist, dat vader en zoon hier op treffende wijze samenwerkten, en de ervaring van den eene, de frissche, jonge energie van den andere steunde en leidde. Maar op zijn ambtsjubileum gedenken wij in het bizonder den arbeid van Br. A. Kruijt. En terwijl wij vader Kruijt gelukwenschen, omdat hij' dezen feestdag van zijn oudsten zdon mag beleven, spreken wij onzen dank uit aan onzen trouwen God, die ons in den zoon een waardig medearbeider en opvolger van den vader schonk. Zeker heeft Br. A. Kruijt ook veel droevigs te gedenken. Hij is weduwnaar; dat eene woord zegt zoo veel. Na een echtverbintenis van slechts zes jaren overleed zij'ne gade, de dochter van Br. H. Rooker te Tondano. En zijn drie dochters vertoeven op zijn feestdag nog voor haar opvoeding in Holland. Het is bier de plaats niet uit te weiden over deze eenzaamheid van Br. Kruijt. "Wij noemen deze slechts, opdat men een indruk hebbe van de zware taak, die op zijn schouders rust. Maar ongetwijfeld zal toch de grondtoon in het hart van Br. Kruijt zijn : ,,Ik ben geringer dan al deze weldadigheden en dan al deze trouw, die Gij aan Uw dienstknecht gedaan hebt." Wij stemmen van harte in met dien danktoon en wij bidden van God, dat hij onzen Broeder steune en sterke en nog vele jaren voor velen ten zegen stelle.