gevaarlijk genoemd kan worden hem daartoe min of meer te persen, is daarentegen op Java liet stamverband geheel verbroken en het familieverband veel losser geworden, zoodat liet individu meer tot zijn recht komt. Men bemerkt, wij spreken in den vergelijkenden trap. Het individu komt meer tot zijn recht dan nog onder de heidensche volken, en het familieverband is losser dan daar. Maar dat liet ook op Java nog bestaat, blijkt hieruit, dat menig Javaan, wonende in de nabijheid van een Christelijke gemeente, en dus in aanraking komende met het Evangelie, vaak eerst de beslissende stap doet, wanneer hij door verhuizing, bijv. uit de residentie Soerabaja, waar Madja-warna, ligt, naar het Malangsche, waar Swaroe met zijn filialen gevonden wordt, in een anderen kring is overgeplaatst, en niet meer als voorheen den invloed zijner Mohammedaansche familieleden ondergaat. Blijkt dus hieruit, dat ook op Java het individu nog, meer dan bij ons, onder den invloed staat der gemeenschap, toch is aan den anderen kant, vooral door invloed van den Islam, de individualiteit zoover ontwikkeld, dat een volksbekeering op Java niet te verwachten is; althans niet dan nadat het volksleven zóózeer doordrongen is geworden van Christelijke beginselen, ,en het aantal belijders van het Evangelie zóó talrijk, dat reeds een belangrijk deel van het volk gekerstend kan worden genoemd, en alleen de, helaas onvermijdelijke, bijloopers (die trouwens in Nederland evenmin als op Java karakter vertoonen) eindelijk zich daarbij aansluiten. Yoorloopig kan dus niet anders dan op individueele bekeeringen gerekend worden. Daaróm is dan ook van zoo groote beteekenis, dat de Christengemeenten op Java in den bovengenoemden (niet wereldschen) zin des woords, ,,een goed figuur maken" ; of, om een bijbelsche uitdrukking te gebruiken, dat zij als een licht schijnen te midden van de duisternis en dat er een goede getuigenis van haar uitga ter aanbeveling van het Evangelie.

Door onze Broeders wordt krachtig in deze richting gewerkt. Het afsteken naar de diepte is overal, maar speciaal op Java, noodig. De Christelijke kennis dient vermeerderd te worden, maar op zoodanige wijze, dat liet Christelijke gemoedsleven hoe langer zoo meer tot ontwikkeling ltome. Men hereikt dit doel natuurlijk niet door het verkondigen van een Christelijke leer, en evenmin door het inscherpen van een Christelijke moraal. Gemoedsleven wordt alleen gekweekt door aanraking met het gemoedsleven van anderen; en ten slotte wordt het alleen op de ware wijze aangekweekt, door aanraking met hetgeen wij in dit verband zouden willen

9