hier onderwezen beginselen later zullen onderwijzen. Het geheele onderwijs is nu volgens een vast plan in elkaar gezet en vormt één geheel door de aansluiting der verschillende leervakken. Vooral voor a.s. Inlandsche Onderwijzers is het voorloopig zeef noodig, leerstof en methode nauwkeurig te bepalen. Ook op dit gebied, waar het Corps Inlandsche Onderwijzers over 't algemeen nog niet tot het doen van een zelfstandige keuze in staat is, worden velen door allerlei „wind van leering" meegevoerd, zoodat het zeer wenschelijk is, den leerlingen een vaste basis fe geven, waarop zij bij verdere ontwikkeling zoo mogelijk zelf kunnen voortbouwen. Ik ben eenigszins uitvoerig over dit punt, omdat sommigen — de Inlandsche Onderwijzer beoordeelend naar de Collega's in Europa, waar 't onderwijs reeds een heele geschiedenis achter zich heeft, — zullen meenen, dat door 't streng afbakenen der lijnen van Leerplan en Methode (waarbij echter plaats blijft voor verwerking volgens persoonlijke opvattingen en individueele neigingen) de vrijheid van den Inlandschen onderwijzer bij zijn onderwijs onnoodig wordt aan banden gelegd. Ten slotte nog de opmerking, dat bedoeld leerplan op de groote school te Midja-warni en op de kleinere in andere desa's wordt toegepast. Geregeld toezicht is — als bij alle takken van dienst in de Inlandsche maatschappij — zeer wenschelijk, maar wordt door het werken naar een vast plan ook zeer vergemakkelijkt. Noodig is echter een uniforme normaal-klassenindeeling (zoo noodig uitgebreid door Fröbelklassen of afdeelingén voor „M.U.L." onderwijs), vaste tijden van aanneming en verhooging en een 'regeling van 't aantal onderwijzers (minstens i onderwijzer voor 2 afdeelingen). Dit zijn zeker wel geen overdreven eischen, om tot een gezonden toestand bij 't Inlandsch onderwijs te komen.

Een der oudere onderwijzers van de school te MMja-warnü werd geplaatst in den werkkring Sëgaran, waardoor M&djawarna later over een der voor Sëgaran bestemde kweekelingen kan beschikken. Verder zijn bijzondere gebeurtenissen op de verschillende scholen — met uitzondering van die te Bongsirödja — niet te melden. In deze laatste desa werd het reeds vroeger besproken nieuwe schoolgebouw in gebruik genomen. Br. J. Kruijt, die van de stichting dezer desa af daar zooveel lief en leed heeft meegemaakt, was zoo vriendelijk de leiding der inwijding op zich te nemen. Het nieuwe schoolgebouw voldoet ook in 't gebruik uitstekend. God geve, dat het onderwijs zoowel hier als elders steeds meerderen moge brengen tot de kennis der Waarheid!