Alb. C. Kruijt in het Animisme, den Heer Bezemer in Landen Volkenkunde.

Voor het onderwijs in de verschillende indische talen verkeerden wij in zeer gelukkige omstandigheden door het verblijf van onderscheiden zendelingen in het vaderland. Br. Joustra gaf les in het Karobataksch aan Bodaan; Br. Hueting onderwees Tobeloreesch aan Munk; Br. Keiling Sangireesch aan de vier kweekelingen van het S. en T. C.; Br. Kruijt gaf les in het Bareë aan de beide voor Posso bestemde kweekelingen; Mevrouw Adriani—Gunning onderwees een tijd lang Tontemboaansch aan de twee die voor de Minahassa bestemd zijn; haar taak en die van Br. Kruijt werd later overgenomen door haar echtgenoot Dr. N. Adriani, afgevaardigde van het Nederlandsch Bijbelgenootschap ; Prof. Poensen ging voort met zijn lessen in het Javaansch, thans aan Siemens.

Noem ik daarbij nog de lessen in exegese, practica, geschiedenis der philosophie, en algemeene letterkunde, die door den Rector aan de derde klasse gegeven werden, en het onderwijs in de zendingswetenschap door den Director, en wijs ik ten slotte op de inspanning die het volgen van de medische lessen vorderde, dan zal ieder wel den indruk ontvangen, dat klasse III wel wist hoe haar tijd te besteden.

Wat de medische lessen betreft, deelde ik ten vorigen jare mede, dat maatregelen genomen waren een geregelden medischen cursus van twee jaren in het Stedelijk Ziekenhuis te Rotterdam in het leven te roepen. Deze is in September 11. geopend en wordt ook gevolgd door de drie kweekelingen van de Nederlandsche Zendingsvereeniging die daarvoor in aanmerking komen. Er is daarvoor een afzonderlijke commissie benoemd, in welke zitting hebben de HH. doktoren, de Rector en de Heer S. Coolsma.

Drie nieuwe docenten zijn in den loop van dit jaar aan ons verbonden: de reeds genoemde Heer Bezemer, leeraar aan de Landbouwschool te Wageningen; Ds. Irwin Brown, predikant der Scotch Church te Rotterdam, die geheel belangloos onze jongelui met Engelsche taal en letterkunde helpt; en de Heer van der Goes, die de Engelsche lessen overnam van Mejuffrouw Teljer, wier gezondheid haar niet langer toeliet zich met die taak te belasten. Een woord van hartelijken dank komt toe aan allen, die ons terzijde stonden en ons dienden met hunne talenten.

Voor den aanvang van iedere vacantie examineeren wij de klassen I en II in enkele vakken. Daaraan gaat steeds een vergadering van docenten vooraf van het M. U. L. O.,