die altijd bijgewoond wordt door het deskundig lid onzer Vereeniging, den Heer E. Nijland, en waar de jongelui, het onderwijs en het leerplan besproken worden.

Een tijd lang vertoefden in onze school, gelijk ten vorige jare Br. Müller die, voor Sumatra bestemd, door de Rhijnsche Zending tot ons gezonden was om zich in onze taal te bekwamen, zoo dit jaar Zr. Verwaal, die 25 Februari werd ingezegend als zendeling-diacones voor Madja-Warni, en de Barmer broeders Borger en Hensgen, die onderscheidene lessen in klasse III bijwoonden, en weldra naar Mentawei op Borneo zullen worden afgevaardigd.

Het verblijf van zulke vreemdelingen brengt een aangename afwisseling in ons Zendingshuis, en werpt, naar wij hopen, vruchten af naar beide zijden. Door onze duitsche Russen hebben wij toch reeds iets internationaals, en het kan niet anders of het samenwonen van zoo vele kweekelingen van verschillende corporaties, en bestemd voor zeer verschillende deelen van onzen Archipel, moet hun blik verruimen en het besef bij hen versterken, dat het hier inderdaad gaat om de evangelisatie onzer koloniën, en dat daarbij alle andere consideraties moeten worden achtergesteld.

Eindelijk woont sinds 1 Juli nog bij ons Van der Endt, bestemd voor het onderwijs te Bolaang-Mongondou, en komen er wellicht nog twee onderwijzers en zeker een russisch kweekeling bij. Bij het onlangs gehouden admissie-examen namen wij uit dertien adspiranten zes nieuwe kweekelingen aan. zoodat wij in den aanstaanden cursus waarschijnlijk 24 internen hebben zullen.

In de inrichting van het Internaat onzer Zendingsschool kwam geen verandering. In het vorige Verslag deelde ik mede, dat de gezondheid van den kweekeling Meyer veel te wenschen overliet, en dat er weinig hoop bestond, dat hij ooit als zendeling zou kunnen uitgaan. Met dank aan God kunnen wij zeggen, dat hij veel vooruit gegaan is. Na verpleegd te zijn in het gesticht Bethesda te Rotterdam en in het Koning-Willemshuis te Ymuiden, is hij thans zoo ver, dat hij eerstdaags als onderwijzer naar Zuid-Afrika hoopt te gaan. Voor zijne gezondheid scheen dit in allen deele de meest gewenschte weg.

Voor het overige liet de gezondheidstoestand der kweekelingen dit jaar niets te wenschen over, en evenmin de onderlinge verstandhouding. De kweekelingen gaan vriendschappelijk en broederlijk met elkander om, en voeden voor een niet gering gedeelte elkander op. Wat op een gestichtsleven gelijkt, wordt zoo veel mogelijk vermeden, en dat dit