3. De afvaardiging van den Zendeling-Arts L. K. van 't Hooft.

Een bizonder voorrecht was het voor het Ned. Zend. Gen. op Vrijdag 28 November een jeugdigen zendeling-arts te kunnen afvaardigen naar het ziekenhuis te M&dj&warna. Met veel toewijding heeft Mevrouw Kruyt-Pijsel de leiding van het ziekenhuis waargenomen, maar terwijl de gedachte was dat zij dit slechts eenige maanden zou doen is die termijn al meer dan een jaar geworden. Hoe dankbaar wij ook zijn voor deze hulp, de bescheidenheid stelt grenzen. En nu komt er weer een jonge man, die zich met zijne echtgenoote voor vele jaren aan het werk wijden zal, die in dit werk der barmhartigheid wil mede-arbeiden aan de uitbreiding van het Godsrijk. Wij hopen, dat hij spoedig door een tweeden zendeling-arts zal worden gevolgd.

Eeestelijk was het in de Westerkerk. Feestelijk door den aanblik van dit jeugdige echtpaar, dat zich aan de heilige zaak der Zending ging wijden; feestelijk door het „Capellakoor" van de Vereeniging tot Bevordering der Zendingszaak; feestelijk door het inleidend woord en de toespraak van den voorzitter; feestelijk niet het minst door het bezielend woord van Ds. Haspels.

Ds. Van der Giesen las Psalm 2 en sprak over het verheven zelfbewustzijn, dat in dien psalm tot uiting komt. Dat zelfbewustzijn hebben ook wij noodig om met vrijmoedigheid een nieuwen arbeider te kunnen uitzenden in het werk des Heeren. In dezen psalm wordt gesproken over het volk van Israël als van den gezalfde des Heeren, den Messias, terwijl van dien gezalfde gezegd wordt, dat hem de wereldheerschappij toegekend wordt. Grenst dat niet aan zelf-overschatting? Spr. laat Israël zien in zijn geringheid, maar tevens hoe in die geringheid zijn grootheid zich openbaart. Israël had zijnen God; dat gaf het volk zulk een verheven zelfbewustzijn, terwijl de andere volken juist in dat opzicht geen zekerheid hadden en Israël's minderen waren. Dat hooge zelfbewustzijn van Israël is overgenomen door de gemeente van Christus, toen Israël zijn karakter had verloochend. Het Messias-volk heeft zijn Messias verworpen, maar dat heeft de plannen Gods niet verijdeld, want Zijne plannen gingen over op den verworpen Messias zeiven. Die is in Zijne roeping getrouw geweest. Door Hem verscheen de gemeente als erfgenaam van het oude Israël en zij trad op met de aanspraak op de wereldheerschappij. Ook die gemeente is gering, in de minderheid. Maar toch leeft en blijft in haar leven dat bewustzijn, dat de wereld voor