godsdienstoefeningen worden in de scholen gehouden. Maar toch zijn er reeds twee personen, die bepaaldelijk terwille van geestelijk werk salaris genieten. De een is onderwijzer aan een bevolkingsschool, die als zoodanig dus niet in dienst staat der Zending, maar als evangelist haar toch zooveel diensten bewijst, dat men hem een gratificatie van ƒ 5 per maand heeft toegekend. De tweede is zekere Pa Samel, over wien in dit Maandbericht een en ander is meegedeeld, en die zich geheel aan evangelisatiearbeid, waarvoor hij bizonder geschikt is, wijdt. Op de Conferentie werd sterk de noodzakelijkheid gevoeld om meer van dergelijke menschen aan te stellen, maar tevens om de uitgaven daarvoor benoodigd zooveel mogelijk te leggen op de schouders der inlandsche Christenen. Dezen moeten echter het geven nog leeren. Wel wordt er in elke godsdienstige samenkomst gecollecteerd, maar de opbrengst is nog bedroevend gering. Dit is te minder te verontschuldigen, waar de welvaart toeneemt.

De belangrijkste kwestie echter, die de BB. in Deli en ons niet minder bezig houdt, is de vraag hoe wij voorzien in de dringende behoefte aan vermeerdering van het aantal Zendelingen op dit arbeidsveld. De kosten daarvan werden tot nu toe geheel gedekt door bijdragen van Tabaks-Maatschappijen, die jaarlijks daarvoor ƒ 17.000 offeren, benevens een niet onbelangrijk bedrag aan Regeeringssubsidiën. Een gevolg daarvan is, dat de Deli-zending weinig bekend is. De BB. gevoelen zulks smartelijk, en klagen er menigmaal over, dat zij veel minder gedragen worden door de liefde en belangstelling, misschien ook het gebed der gemeente dan hun elders arbeidende collega's.

En nu vragen zij ons dringend om meer zendelingen. Pogingen om de Tabaks-Maatschappijen te bewegen hare bijdragen te verhoogen mochten tot heden niet slagen, en ze zullen waarschijnlijk niet slagen tenzij eerst de Christelijke gemeente zich ook voor dit arbeidsveld offers begint te getroosten. Zal het daartoe komen? Wij hopen het van ganscher harte.

In 1912 vertrok Br. Talens naar Deli, omdat Br. Van den Berg aanspraak had op verlof, en dit voor de gezondheid van hemzelf en de zijnen noodig was, terwijl het onmogelijk was zijn ressort geruimen tijd vacant te laten en ter behartiging op te dragen aan een der andere BB., die reeds met werk overladen zijn. En zulks te minder, omdat het reeds lang vaststond dat één zendeling voor de Hoogvlakte met ongeveer 60.000 zielen, en waar de invloed van den Islam nog gering is en de deur voor het Evangelie open