geld komt dan van zelf wel. De Brs. in Deli hebben wel eens smartelijk gevoeld, dat waar het geld niet op de gewone wijze van de Gemeente komt, ook de belangstelling wel eens ontbreekt. Deze belangstelling nu, zich openbarende in gebed, kunnen de Brs. in geen geval missen, en ook voor hen daarom vragen wij dit met nadruk, waar dan ook het geld vandaan moge komen.

Onder de leiding van den zendeling van het ressort Kaban Djahe, dat thans waargenomen wordt door Br. Talens, staat de melaatschen-inrichting te Laoe si Momo, met ruim 160 patiƫnten, en een filiaal te Kaban Djahe zelf. De medische autoriteiten rapporteeren zeer gunstig over haar, maar dringen aan op de aanstelling van een Europeesche verpleegster en meer geregeld deskundig toezicht. Aan den eersten wenseh zal naar wij hopen spoedig worden voldaan. Wat den tweeden aangaat, wij overwegen de uitzending van een zendeling-arts naar Deli. De Brs. daar zijn bezig gelden bijeen te vergaderen voor twee hulpziekenhuizen, en reeds zijn niet onbelangrijke sommen daarvoor toegezegd. De vraag rijst of het niet beter is een daarvan tot een groot ziekenhuis te maken onder leiding van een Europeeschen zendeling-arts. Behoefte aan betere geneeskundige verzorging bestaat er zeker, en de kans is niet uitgesloten dat uitbreiding van ons werk naar deze zijde de belangstelling daarvoor onder de Europeesche bevolking in Deli zal doen toenemen.

Het aantal schoolkinderen is speciaal in het ressort van Br. Neumann achteruitgegaan. Oorzaak daarvan is het afschaffen van leerplicht. Vroeger hebben onze Broeders zich over de invoering daarvan verblijd. Later zijn zij tot de conclusie gekomen, dat de winst slechts schijnbaar was, en het nadeel grooter. De zorg voor de geregelde opkomst ter school werd nu de zaak van de inlandsche hoofden onder toezicht der Europeesche ambtenaren; vroeger moest iedere goeroe zelf door aansporing en vermaning trachten zijn school te vullen, een werk dat hem tevens in aanraking met de bevolking bracht. Door de invoering van leerplicht werden plotseling de scholen gevuld en moest het aantal onderwijzers worden vermeerderd, en als gevolg daarvan werden wel eens minder geschikte leerkrachten in dienst genomen. Er is dus alle reden te zeggen, dat thans het nadeel slechts schijnbaar zal wezen, en dat wij in werkelijkheid gaan in de goede richting. De Zending is nu eenmaal een macht juist doordat ze niet beveelt en niet bevelen kan. Alles wat in de lijn ligt van Regeeringsdwang (waarvan wij overigens de beteekenis voor de ontwikkeling van den