toe, hoe het werk zich ontwikkelt. Hij is behulpzaam bij het organiseeren van lichtbeelden-avonden; hij organiseert collecten door busjes enz. En vooral, hij leidt den arbeid der drie agenten Hogeweg, Sijsling en Van Melle, die vroeger alleen in dienst van het Genootschap stonden, maar nu in dienst der combinatie. De agenten bezoeken verschillende plaatsen om zelf ook spreekbeurten te houden, maar vooral om leden en contribuanten te bezoeken, nieuwe te werven, lectuur te verspreiden, enz.

Om de Broeders Van der Roest en Naber groepeeren zich tal van andere personen. Allereerst de leden der Directie. Deze geheele arbeid staat natuurlijk mede onder leiding der Directie, meer in het bizonder onder Br. Gunning. Elke maand is er onder zijn presidium eene vergadering van de Directie met de genoemde Broeders en de agenten, waarin de aangelegenheden van deze actie worden besproken. Door mondeling overleg komt men tot het aanwenden van nieuwe middelen.

Verder bemoeien de leden der Directie (evenals de Rector der Zendingsschool) zich rechtstreeks met dezen arbeid door zelf tal van spreekbeurten, met of zonder lichtbeelden, te vervullen. Van deze samenkomsten, van de verkregen resultaten en ontvangen indrukken geven zij rapport op een kaart, die Br. Naber ontvangt en in zijn verzameling van gegevens opbergt.

Dan heeft iedere Director het contact levendig te houden tusschen bepaalde zendingsposten en de kringen hier te lande, die zich voor een zendingspost meer in het bizonder inspannen. Ook de gegevens, op deze wijze verkregen, komen in het centrale bureau van Br. Naber terecht. Die gegevens staan natuurlijk ook geregeld ten dienste van dengene, die ze noodig heeft.

Ook de zendelingen met pensioen of met verlof nemen deel aan deze actie. Zij worden nu hier, dan daar genoodigd. Op het bureau kunnen zij de noodige inlichtingen ontvangen, waardoor zij hun optreden vruchtbaarder kunnen maken. En na afloop zenden zij bericht van wat door hen gedaan is. De zendelingen met verlof vervullen ook verscheidene spreekbeurten. Er is dus een heele staf. Het is nu nog noodig, meer centralisatie in dezen arbeid te verkrijgen, maar alles gaat niet ineens. Deze afdeeling is voor ontwikkeling vatbaar.

Het spreekt vanzelf, dat deze Afdeeling ook zorgt voor de organisatie van de predikanten- en onderwijzers-cursussen, kortom van alles, wat gedaan wordt om kennis te verspreiden en belangstelling te wekken of te vermeerderen.