verschil ƒ 8386.—. Voornamelijk de gang van zaken in de Minahassa veroorzaakte dezen tegenslag. Wij hadden er op gerekend dat de invoering der onderwijs-reorganisatie onze uitgaven zou doen dalen, en op de raming onze bijdragen voor de scholen van ƒ 6000 op ƒ 1000 gereduceerd. Maar de vertraagde gang van zaken maakte het ons onmogelijk het geraamde cijfer te handhaven. Daarbij kwamen onverwachte verloven voor verschillende BB. en andere uitgaven, die tusschentijds moesten worden toegestaan. Het is waarlijk niet gemakkelijk voor een uitgebreid werk als het onze met voldoende nauwkeurigheid de behoeften te ramen, en wij mogen met zekere voldoening erop wijzen, dat wat dit jaar geschiedde, uiterst zelden voorkomt.

Overigens mogen wij weder met dankbaarheid constateeren, dat ons arbeidsveld in Centraal-Celebes weder zeer bevredigende resultaten opleverde. De uitgaven bleven niet minder dan ƒ 3126 beneden de raming tengevolge van bijdragen der bevolking onder verschillende hoofden tot een totaal bedrag van ƒ 3368.—.

Het overschot van onze rekening meenden wij te moeten gebruiken voor diverse reserves. Vooreerst schreven wij op onze gebouwen ƒ 7792 af, waardoor thans al diegene, die niet later door subsidie gedekt zullen worden, voor niet meer dan ƒ 1.— op onze balans voorkomen. Bovendien maakten wij voor dit doel een reserve van ƒ 23.000.—, noodig met het oog op vele gebouwen, die weldra zullen moeten worden opgericht. Voor het bouwfonds der Ned. Zend. School, bij wier bloei wij zoo groot belang hebben, reserveerden wij ƒ 10.000.—, en eindelijk hielpen wij onze dochter, de Meisjesschool te Tomohon, met ƒ 5000.— uit nijpenden nood. Het stemt tot dankbaarheid dat wij dit konden doen.

Wij gaan voort op onzen weg met de nooit nadrukkelijk genoeg herhaalde bede: „Uw Koninkrijk kome".