dau werkt men zijn eigen zaligheid met vreezen en beven en geeft God de eer.

Om u nu een staaltje te geven, dat deze wijze van zending te beoefenen goed gaat, wil ik een paar getuigenissen aanhalen , zoowel van zendelingen als van een ander reiziger. De afgevaardigden van het genootschap op Haway hebben bij hun bezoek aan de zendelingen van Sturges erkend, dat zij in zeer nette zelfgebouwde buizen wonen, voor opmerkzame toehoorders meestal in een allerliefst kerkje spreken. De kerkjes zijn zelfs schooner dan de moederkerk te Ponape, waar Sturges woont. De gemeenten kosten aan de moederkerk geen cent, onderhouden hun eigen scholen, waariu tal van inlandsche kinderen gaan. De zendelingen hebben hun eigen ABC en leesboeken, een schoone verzameling liederen en een bijbelsche geschiedenis, die zij zeiven vertaald hebben, en die nu reeds door vele honderden en duizenden eilanders gezongen en gelezen worden. Dat dit werk spoedig voortgang heeft en verbazende afmetingen aanneemt, blijkt uit deze kleine opmerking: In 1860 werd de eerste gemeente georganiseerd op Ponape. Zij bestond, zooals ik u reeds zeidc, uit 3 inboorlingen; om deze gemeeute heen hebben zich in deu loop des tijds 13 andere gegroepeerd. In 1871

Velp.

gingen eenige inboorlingen van Ponape . als zendelingen naar Mokil, van daar in 1874 naar de Mortlockeilanden; nu zijn er reeds 9 nieuwe zendingsgemeenten met 600 bekeerlingen, die allen zonder meer door inlandsche zendelingen gewonnen zijn, zij worden door hunne eigene gemeenteleden onderhouden. Om dit laatste nu nog eenigszins toe te lichten, volgt hier een getuigenis van een natuuronderzoeker, die drie maanden op deze eilanden verkeerd heeft; hij zegt van deze bekeerde inboorlingen: „zij doen een goed werk en oefenen een verbazenden invloed uit. De eilanders hebben hun voorvaderlijk geloof opgegeven en zich aan de leiding dezer leeraars overgegeven, ja van verre komen zij smeeken, om toch ook het brood des levens te mogen ontvangen" en in Ponape zijn er nog altijd een goede voorraad mannen, die volvaardig zijn om zulke macedonische roepstemmen op te volgen.

Wij zien dus dat het zwart uit den akker wijkt, waar het levend graan in de harten der heidenen wordt gelegd.

Is er bij u geen zwart zaad meer in den akker? Gij weet nu hoe het overwonnen wordt; doch als gij het nieuwe graan voor u zeiven begeert, denk dan ook eens aan het zwart op den akker der heiden wereld!

L. J. H.

Boekdruk van Kemink & Zoon, te Utrecht.