bijeen te verzamelen, die op wagens j te laden en liet die vervolgeus ook naar Umtata brengen, waar ze althans niet weggestolen konden worden en zeker voor een goeden prijs te verkoopen waren, ten einde de zendiugskas ook deze schade niet te doen lijden. Ook de kleine kerkklok van Tabase werd door den zendeling op een proviandwagen ontdekt, waarna hij baar zonder moeite terugkreeg.

Intusschen moest kolonel Wavell, nog versterkt door een compagnie uit Umtata, de vijanden en hun vee achtervolgen ten einde hun voor de gepleegde invallen te tuchtigen. De zendeling llartmann verliet daarop de plaats waar hij zooveel verwoesting had moeten aanschouwen en aanvaardde de terugreis. Onderweg hield hij halt bij de kraal van Novabu, waar juist 2 hutten in brand waren gestoken, maar er was geen mensch te vinden. De nieuwe hutten stonden nog. Van de bij de vlucht achter gelaten boeken lagen hier en daar verstrooide papieren, doch wat van beteekenis had kunnen zijn was vertrapt, bemorst, verscheurd en doornat. Van al de kerkeboeken was geen spoor meer te vinden. De blanke soldaten hadden zich zulke boeken en geschriften eenvoudig toegeeigend, deels om zich met het lezen daarvan den tijd te verdrijven, of

Arnhem.

ook om deze zaken als een herinnering, bij wijze van een trophee, uit dezen veldtocht mede naar huis te brengen. Zeker moest dit onzen trouwen broeder leed doen, doch wat viel er aan te doen. Ook zijne brieven en die zijner medebroeders en zusters waren gevlogen.

Op het oogenblik dat de brief geschreven werd, moesten de zendelingen en de mede gevluchte volgelingen nog te Umtata blijven, doch hoopten zij zeer dat zij spoedig weer naar hunne oude woonplaatsen zouden mogen terugkeeren, om ze te kunnen herbouwen; doch wanneer dit oogenblik zou aanbreken, zulks zoude nog te bezien staan. Voorloopig hoopten de broeders echter dat de zaak spoedig tot een beslissing zou komen, want al konden zij er nog niet aan denken de verbrande woonhuizen en kerken aanstonds weder op te bouwen, eensdeels omdat de veiligheid nog niet teruggekeerd was, auderdeels omdat hel hun aan geld daartoe ontbrak, zoo wilden zij toch hever noodwoningen te Baziija en Tabase bouwen dan langer te Umtata verwijlen.

Welk een verliezen, mijne vrienden, voor de trouwe liernhuttersche zendelingen! Vergeet toch niet ook voor hen een penninkske af te zonderen en naar Zeist te zenden.

L. J. H.

Buikdruk van Kemink & Zoon. te Utrecht.