De tijd tusschen Christus' hemelvaart en wederkomst is de Zendingstijd. Die tijd is voor Zijn volk, voor Zijne gemeente geen tijd van wachten en stilzitten, maar van werken, van ijverig en getrouw werken.

De arbeid voor den Heere en Zijn Koninkrijk is als die van een koopman, en wel van een klein- en niet van een groothandelaar. De Heere doet anders als wij gaarne willen. Wij beminnen het groote en verhevene, maar de Heere wil, dat wij het kleine en geringe zullen waardeeren door daarin getrouw te zijn. Wie dat is, heeft de belofte, dat hij straks het groote zal ontvangen.

Ook in de Zending zien wij zoo gaarne op het groote. Wij zouden liefst in korten tijd de schitterendste resultaten zien, gevolg van groote onderneming. In weinige jaren of maanden zelfs een geheel volk aan den voet van het Kruis zien geknield, dat zou ons bevallen. Hieruit is voor een tiental jaren de beweging geboren, die in Engeland en Amerika den roep deed uitgaan, dat men tot de Evangelisatie der wereld komen moest en binnen een menschenleeftijd of nog korter het Evangelie tot alle volken moest brengen. Mannen als Hudson Taylor en Arthuk Piekson hadden zich aan het hoofd van deze beweging gesteld.

Omdat wij steeds op het groote zien, en daarom groote resultaten van het Zendingswerk veiwachten, worden wij zoo licht ongeduldig, zoo niet moedeloos en ontevreden, als naar onze voorstelling het Zendingswerk te langzaam