behoefte hier nog eens onzen warmen dank voor zijne uitnemende leiding uit te spreken.

Terugziende op de Conferenties kunnen wij niet anders dan met groote dankbaarheid en blijdschap de waarlijk goede en gezegende dagen te Lunteren herdenken, die dan ook voor zoo menigeen een geestelijk hoogtepunt vormen, waardoor het geheele geestelijke leven opgeheven en versterkt wordt.

Er gaat ontegenzeggelijk op velerlei wijze een groote invloed van deze conferenties uit. Zij werken in stilte en eenvoudigheid, maar de gevolgen zijn er niet minder om. Wij durven zeggen, en doen dat met dankbaarheid, dat deze conferenties reeds een factor in het zendingsleven in Nederland vormen, meer dan misschien menig zendingsfeest of andere conferentie en wel omdat men juist hier een schare van werkers bijeen heeft, werkers in kleinen kring en niet op den voorgrond tredende, maar wier arbeid vruchtbaar is in God.

DE ZENDINGSSTUDIE-KRINGEN. In Mei 1912 werd door ons een onderzoek ingesteld naar de bestaande zendingsstudie-kringen, teneinde een overzicht te verkrijgen over den stand en de uitbreiding dezer werkzaamheid ; tevens beoogden wij een overzicht over andere werkzaamheden voor de zending te verkrijgen. Te dien einde werd een Vragenlijst rondgestuurd aan alle ons bekende adressen. Hierop hebben wij een 120-tal antwoorden ontvangen, waarvan 80 betrekking hebben op zendingsstudie-kringen, en de andere mededeelingen bevatten over verdere werkzaamheden ten bate der zending. De 80 antwoorden betroffen, doordat van sommige kringen 2 of 3 antwoorden ingekomen waren, 70 verschillende kringen met totaal ruim 700 deelnemers. Eenerzijds is deze uitslag van ons onderzoek teleurstellend. Wij hadden gehoopt een volledig overzicht omtrent het aantal bestaande kringen te krijgen, en dat is niet gelukt. Immers dat aantal moet minstens