Rheinische Missions Gesellschaft

Opgericht 1799.

Missionshaus: Rudolfstrasse, Bannen.

Voorzitter: H. Mittelsten Scheid , Barmen; ViceVoorzitter: E. Colsman , Langenberg; Penningmeester: A. Saatweber , Barmen.

Missions-Director: Joh. Spiecker. Missions-Inspectoren: E. Kriele, R. Wegner.

De algemeene vergadering (Hauptversammlung) bestond op 1 Jan. 1911 uit 85 leden, waarvan 32 door de hulpvereenigingen naar verhouding van hun jaarlijksche bijdragen gekozen, 18 stemgerechtigde leden zijn van het Hoofdbestuur (Deputation), die door de algem. verg. gekozen worden, en 35 „ Vertrauensmanner" op voorstel van het Hoofdbestuur door de algem. vergadering gekozen.

Geschriften (periodieke-):

Berichte der Rheinischen Missions Gesellschaft — Das Missionsblatt — Der kleine Missionsfreund — Des Meisters Ruf — Jahresbericht.

In 1910/1911 zijn over Ned. Indië verschenen: Sundermann: 1859—1899 Getreu bis in den Tod

(Borneo) f 1.— Zimmer: Nuin: Wie der kindliche Glaube siegt (Borneo) 5 ets. Tromp: Der kleine Jesaja, (Borneo) 5 ets. O. Marcks : Si Paget, die kleine Blinde (Sumatra) 5 ets. Simon : Sumatra Deckblatt. 20 ets. Van Asselt: Aus den Anfangen der Batakmission. D. Joh. Warneck: Unsere Batakschen Gehilfen f 0.80. D. Joh. Warneck: 50 Jahre Batak Mission f 2.—