en weduwen en weezen van overleden militairen zooveel mogelijk hulp en bijstand te verleenen.

Te Magelang is eene inrichting voor onverzorgde en verwaarloosde Ind. Europeesche kinderen: OranjeNassau. Op 31 Dec. 1911 waren daar 525 kinderen opgenomen. Onder dezen behooren :

14 jongens op de Wilhelmina (ambachts)school te Batavia.

1 jongen en 6 meisjes op de M. U. L. O. school aldaar.

6 jongens op de Cultuur-School te Buitenzorg.

27 kinderen, voor wie de uitgaven bestreden worden uit de renten van het Studiefonds, Beurzen en voor een deel ook uit de privaat-bezoldiging van den Dir. als Godsdienstleeraar.

Ook is er te Magelang een Militair Tehuis: OranjeNassau. In 1910 had dit Tehuis ongeveer 480 bezoekers per maand. — Kazerne, Hospitaal en krijgsraadarrestanten worden geregeld bezocht; veel goede lectuur wordt uitgedeeld, o.a. ook op de oorlogsschepen in de O. I. haven.

De kolonie Gambong Waloh is opgeheven ; de Heer en Mevr. Graafstal-van der Steur wonen nu te Temanggoeng; de Heer Graafstal helpt daar Br. Horstman.

Directeur der inrichtingen : Joh. van der Steur, tevens penningmeester.

In Nederland is een comité van bijstand. Ie Secretaresse : Gravinne van Randwijck , Kanaalstraat, 's-Gravenhage; penningmeester: Mr. j. Bierens de Haan, Amsterdam.

Geschriften:

Onze kleine Bode (onder redactie van het Comité van Bijstand). Kleine Bode van Huis (blaadjes voor v. d. Steur's gewezen pleegkinderen, door hem zelf geredigeerd).