DE TOEKOMST

UIT DE PERS

Niet tactvol

Onder bovenstaanden titel schrijft de Maasbode:

„Sinds het uitbreken van den oorlog zijn wij hier in 't land overstroomd geworden met pamfletten, ons toegestuurd zoowel van Duitschen als van Engelschen kant, alle met het doel ons te overtuigen van de snoodheid eenerzijds van den Engelschman, anderzijds van den Duitscher.

Het geval stemt in zoover nog tot verheuging, dat de grootmachtige heeren zoowel aan gene zijde van het Kanaal als die van de Spree, er toch nog veel waarde aan schijnen te hechten, hoe in ons kleine neutrale land over hen gedacht en geoordeeld wordt.

De meesten onzer hebben zeker al deze dingen goedmoedig aangenomen, en ze waarschijnlijk zoo nuttig mogelijk aangewend voor huiselijk gebruik.

De brave man, die onverstoord van al deze wederzijdsche verwijten en beschuldigingen heeft kennis genomen, zal wel met een lantaarntje te zoekën zijn.

Dezer dagen heeft men ons weer van Engelsche zijde een nieuw scriptuur thuis gestuurd, dat ons inziens al heel slecht gekozen is.

Om de symphathie der Hollanders te winnen door wederkeerig de antipathie tegen Duitschland op te wekken krijgen we nu van Engelsche zijde een lijstje thuisgestuurd van „Nederlandsche schepen door Duitschland getorpedeerd, vernietigd of spoorloos verd w e n e n."

Nu zal geen enkele Hollander dat een zeer prettige herinnering vinden.

Maar een andere vraag is of 't nu juist een Engelschman moet zijn, die ons een dergelijk lijstje moet thuis sturen ?

De meeste Hollandsche schepen, die op dit lijstje vermeld staan, worden daar aangegeven als „spoorloos verdwenen".

Maar onder dit opzicht is het lijstje niet volledig want anders had er nog bij aangeteekend moeten staan, of deze „spoorloos verdwenen" schepen op een Duitsche of op een Engelsche mijn zijn geloopen.

Want er bestaat toch zoo iets van een Engelsen mijnenveld ook.

En er zijn ook weieens bij vergissing bommen op Zierikzee terecht gekomen, niet waar?

En dan, waar is de rest van Neêrlands groote handelsvloot gebleven, de overgroote rest?

Waarom zet Engeland ook deze uit onze havens „spoorloos verdwenen" schepen niet op zijn lijst?

Dan konden wij eens een eerlijke optelling maken.

Nu herinnert deze laatste publicistische mededeeling van Engeland aan de woorden van den hoogmoedigen Farizeeër: „Heer, ik ben blij dat ik niet ben zooals deze menschen, zondaars, tollenaars enz....

Laat Jordaan in de Telegraaf daar ook eens een pakkende prent bij teekenen."

* * *

Van Katholieke zijde wijst men ons erop, dat er in den laatsten tijd vooral ook onder Roomschen veel Entente-propaga.nda is gemaakt. Het door de Maasb. bedoelde pamfletje is thans o.a. aan de Besturen van de Centr. R. K. Kiesvereenigingen in ons land rondgezonden. Red. T.

— aldus de lllustration van 30 Maart, hier, na de opening der grens, zoo juist aangekomen. Zoo groeit de legende. Onze vloot lag stil, ja, maar slechts daar men ons sedert langen tijd bunkerkool weigerde. Adding insult to injury, worden wij thans ook nog van lafhartigheid beschuldigd en verdraait men het geval. Zoo groeit de legende, en zet zij zich vast. Men bedenke, dat het hier niet geldt het een of ander ephemère blaadje, doch een voornaam weekblad, dat op zijn manier aan het geschiedenis maken is. Hoe zulke legenden bijtijds dood te krijgen? Door te blijven protesteeren in de Nederlandsche pers, in het Nederlandsche parlement. Maar ook zoo zullen wij niet worden gehoord door wie onze taal niet spreekt. Welke weg blijft ons nog open?

De legende

De medewerker van het HM. te Lausanne schrijft: „Les risques de la guerre sous-marine ayant amené la Hollande a immobiliser ses navires dans les ports de 1'Entente, les gouvernements alliés ont entamé avec le gouvernement de la Haye une série de longues- et difficiles négociations etc."

De Nederlandsche Pers over de inbeslagneming onzer schepen

Nieuws van den Dag, 18 Maart:

Daargelaten nog, of wij in dat geval eenigermate zeker kunnen zijn, werkelijk overzee van leeftocht voorzien te worden ; daargelaten de represaille-maatregelen waartoe Duitschland ongetwijfeld zou overgaan, en ongerekend de politieke gevolgen — meenen wij, gezien het standpunt waaraan ons kabinet tot dusver onwrikbaar heeft vastgehouden (het standpunt van recht en onzijdigheid), dat de regeering als bescheid zal geven : „Nederland zwicht niet voor bedreigingen en wederrechtelijke handelingen".

Nieuws van den Dag, 29 Maart:

De Regeering heeft gesproken. Zij heeft gekozen —- zij is gezwicht. Een beslissing die alorn in den lande verbazing zal wekken, en meest pijnlijke verbazing.

Zeker, elke beslissing was uiterst moeilijk, in een geval als dit. Aan beide zijden dreigden gevaren, en hoe de keus ook mocht uitvallen, onze standvastigheid en opofferingsgezindheid zouden op een zware proef worden gesteld. Vrij algemeen was echter de overtuiging, dat de Nederlandsche regeering niet zou bukken voor een bedreiging met geweldpleging, wat daarvan ook komen mocht.

Zij is toch gezwicht. Zij heeft de strakke lijn, gedurende den oorlog met zooveel moed en wakkerheid vastgehouden, laten glippen. Dit kan gewichtige gevolgen hebben voor ons land.

Is er iets gebeurd achter de schermen, dat den doorslag gegeven heeft ? Het Nederlandsche volk, gewoon als onmondig behandeld te worden, mag er naar raden. Ook de Volksvertegenwoordiging weet niets met zekerheid

Wij denken nu maar niet te veel na over den pijnlijken indruk, dien de beslissing maken zal op het Nederlandsche volk, dat zijn verontwaardiging en ergernis over de voorgenomen rechtschennis en geweldpleging waarlijk niet verholen heeft. Een schande is de zaak we] met voor ons (ze is dat slechts voor hen die misbruik maken van hun macht); als een vernedering echter voelen wij dit besluit onzer Regeering zeer grievend. Bijna de heele Nederlandsche pers heeft aan de verontwaardiging van ons volk lucht gegeven. Alleen de Telegraaf zal nu niet weten hoe zij 't heeft

Nieuws van den Dag, 20 Maart:

Er is, terwijl wij dit schrijven, gelukkig nog eenige kans dat de Geassocieerde regeeringen de voorwaarden waaronder de Nederlandsche regeering de haar met 't mes op de keel gestelde eischen aanvaardt, zal verwerpen, althans ten deele. Er zijn, gelijk men weet, vier voorwaarden onzerzijds gesteld,

behoudens de voorwaarden betreffende de basis of agreement

343