HET SOCIALISME IN DÜIT8CHLAND.

Wat de partij der socialisten geducht maakt, is , dat haar leden zoowel in Noord- als in Zuid-Duitschland hetzelfde doel najagen. Men kan zeggen, dat alleen zij de algemeene wenschen der natie vertegenwoordigen. Bijna al de andere partijen rekenen op een meer of minder wezenlijke tegenstelling van belangen tusschen de landen aan genen en aan dezen oever van den Main, of tusschen deze of gene godsdienstige richting. Door zich buiten die oneenigheden te houden en geen deel te nemen aan eenige pangermaansche of antisemitische beweging, kunnen de socialisten hun kandidaten door het geheele rijk handhaven en daardoor bij de verkiezingen een macht ontwikkelen , welke hun tegenstanders nooit kunnen bezitten. 1 Aan die eenheid van gevoelens hebben zij het ook te danken dat zij door de mazen van het net, waarin de politie van v. Bismarck hen verstrikken wil, kunnen heenglijden.

Niet dat de regeering geheel onbekend zou zijn met hetgeen in de socialistische partij voorvalt en op welke wijze zij werkt.

Het openbaar gezag beeft geld en personeel genoeg om zich in dit opzicht op de hoogte te kunnen stellen. Soms zelfs beweert het goed op de hoogte te zijn. Zoo heeft de heer Nostitz-Wallwitz, minister van binnenlandsche zaken in Saksen en lid van den duitschen bondsraad, ter rechtvaardiging der afkondiging van den staat van beleg te Leipzig, den 5den November j. 1., op een interpellatie van den heer Bebel met de volgende mededeeling omtrent de geheime organisatie der socialistische comités geantwoord:

"Na de afkondiging der wet van 21 October 1878 — de uitzonderingswet — werden tal van vereenigingen voor socialistische propaganda ontbonden. Behalve de omstandigheid, dat nu niet langer met het gouvernement de spot gedreven werd, heeft die maatregel slechts onbeteekenende uitkomsten opgeleverd. De opgeheven dagbladen werden vervangen door een groot aantal verboden geschriften, die, ondanks het ver-

1 Ofschoon men in Duitschland vrij algemeen tegen de joden is, hebben de socialisten toch een israelitisch kandidaat tot afgevaardigde gekozen.