54

HET SOCIALISME IN DUITSCHLAND.

militairen binnengesmokkeld en verspreid zijn; toch heeft nog geen enkel onderzoek tot eenig resultaat geleid. Van weerszijden moet er dus wel een goed geordend plan bestaan.

In vredestijd is er geen opstand te duchten. Muitende regimenten zouden bij de socialistische partij, die niet in staat is iets van aanbelang te ondernemen, geen steun vinden. Een der talrijke schrijvers, die door het werk van S. Seguin zijn aangespoord om den militairen toestand in Duitschland te gaan hestudeeren, zegt te recht, dat de socialisten, die in hun gelederen maar weinig welgestelde lieden tellen, de middelen missen, om met goed gevolg tegen het keizerrijk op te trekken. Doch in tijd van oorlog zou de kans wel eens kunnen keeren. Daar alle burgers soldaat zijn en de socialisten minstens een achtste gedeelte van het leger uitmaken, zou de partij terstond over de noodige kracht beschikken en, op een gegeven teeken, handelend kunnen optreden.

Wanneer men bij ons op dergelijke gevallen de aandacht vestigt, ligt daarin niets overmoedigs; zoowel bij de hooge regeering als in militaire kringen maakt de mogelijkheid van een binnenlandschen strijd een punt van ernstige overweging uit, en men bedenkt reeds middelen om bij voorkomend geval tot handelen gereed te zijn.

Specialiteiten hebben in hun geschriften reeds dikwijls al de strategische combinatiƫn van een burgeroorlog besproken : aanvallen op straten en huizen, bombardeeren van in opstand gekomen steden, muiterij der troepen. Sedert de laatste verkiezingen heeft de minister van oorlog besloten twee nieuwe legerkorpsen op te richten, om in geval van binnenlandschen oorlog, binnenslands de orde te handhaven. Deze voorzorgsmaatregel, vleijend voor de partij, die hem noodzakelijk maakt, schijnt vooral noodig, omdat het socialisme in de groote vestingen, als Maagdenburg, Dresden, Keulen en Mainz is doorgedrongen.

Al die maatregelen zullen waarschijnlijk nutteloos zijn. Die nieuwe legerkorpsen zullen wel even goed socialisten herbergen als de oude. De bestuurders van het duitsche volk schijnen niet in te zien, dat het militarisme en het socia-