RANGSCHIKKING DÉR BEROEPEN.

8

dat van lakenfabrikant, minder onmisbaar toch, zeer hooge achting genoot." Er is wel geen minder nuttig beroep dan dat van de lieden „zonder beroep" ; en toch wordt de beroeplooze niet altijd geminacht. Letterkundigen en kunstenaars geven geen voldoening aan de meest dringende behoeften ; toch worden zij meer geacht dan de werklieden, die voor ons levensonderhoud zorgen.

Al zijn deze „hoogere" beroepen niet altijd de nuttigste, zijn ze toch niet de meest aangename? Het instinct, dat den mensch van smart afhoudt, verklaart het niet den afkeer, dien hij heeft voor de moeilijke beroepen? Hij heeft liever blanke dan zwarte handen; komt dat niet van bovengenoemden regel? Het instinct, dat den mensch tot genot aantrekt, verklaart het niet zijn lust in winstgevende beroepen? Op 't eerste gezicht schijnt deze oplossing aannemelijk. Maar hoezeer zij waarschijnlijk moge zijn, zij is onjuist. Het beroep van soldaat is een lastig beroep; het stelt bovenal bloot aan smart en dood. Het is een der minst winstgevende, en toch is het éen der meest geëerde. Daarentegen worden de goochelaar, de tooneelspeler, de spion, wier fysieke inspanning matig is, over 't algemeen geminacht.

Een andere verklaring is wel naar den smaak van menig anthropoloog. Elke maatschappij — behalve bij de meest eenvoudige stammen — wordt gevormd door boven- of naast-elkaar-stelling van verschillende rassen: overwinnende en overwonnen rassen, inlandsch ras en geïmmigreerde rassen. De geëerde beroepen, zouden dat niet diegene zijn die de overwinnaars in beslag hebben genomen? en de geminachte beroepen die, waarmede de overwonnenen zich hebben moeten vergenoegen? De overwinnaars blijven over 't algemeen soldaten en grondeigenaars : zij minachten het handwerk. Desgelijks minachten de inboorlingen, die de indringers voor vijanden blijven houden, de beroepen dezer laatstgenoemden. De rangschikking der beroepen zou dus afhangen van de rangschikking der rassen.

Deze verklaring is evenmin houdbaar als de vorige. Zij verklaart slechts een klein aantal feiten. De overwonnenen dwingen vaak de overwinnaars tot bewondering van hunne bezigheden: zoo waren voor de Franschen in de 16e eeuw,