DANTE ZWARTGEMAAKT.

199

toont Dante zich op zijn allerergst, — zoo afschuwelijk, zoo fantastisch, zoo onmogelijk, dat de akeligheid bepaald belachelijk wordt. Hij duwt de drie grootste zondaars van de wereld in de drie monden van Lucifer — in den mond aan den voorkant Judas Iscariot, met zijn hoofd naar binnen ; in de monden op zij, Brutus en Cassius, met de hoofden naar buiten. Is dit nu ijzingwekkend of eenvoudig kinderachtig ?

„O, maar dit zijn typen, de eene van zonde tegen het hemelbestuur en de anderen van zonde tegen het wettig keizerrijk." Maar waren het ook geen menschen? Is Brutus niet hoog vereerd geworden door velen die de macht des oordeels hadden? Was de Caesar dien hij versloeg Keizer, en had men hem niet toegejuicht omdat hij de kroon geweigerd had? Misschien zal hiertegen worden ingebracht, dat deze zoo lang geleden hebben geleefd dat wij hen als typen kunnen beschouwen; maar mocht dan Brunnetto, Dantes hooggeachte meester, die hem van de onsterfelijkheid der ziel vertelde, over wien Villam en Boceaccio met lof spreken en van wien er nog vele vrienden en bloedverwanten in leven moeten zijn geweest — mocht die door zijn leerling behandeld worden als „slechts een type,,?

Men kan Dante eigenlijk niet verwijten dat de straffen in de hel, die gezocht zijn en geen verband houden met de misdaden, er toe moesten leiden om de onmenschelijke bewoners nog meer te verdierlijken. Dat zou hem trouwens volkomen koud laten, evenmin als het eenigen indruk zou maken op Tertullianus, die ons vertelt dat het een van de onuitsprekelijke vreugden van den geredden zondaar zal zijn om de smartkreten en het kermen van de vervloekten té hooren, en om zich dan te herinneren — wat hij stellig volhoudt — dat de Al-liefde dit zoo heeft beschikt. Doch als de dichter ons naar het vagevuur brengt, waar de zielen worden voorbereid voor de hemelsche genade, mochten wij verwachten dat hij de noodzakelijkheid zou inzien, dat hier de geestelijke verlossing een bepaald karakter aan moest nemen; doch ook hier staan straffen en zonden in een zeer terloops, niet noodzakelijk verband. Laten wij een voorbeeld geven.