DE JAPANIZEERING VAN CHINA.

331

entente tusschen Engeland en Frankrijk, is zeer merkwaardig en van niet gering belang voor de oriënteering der fransche politiek in den eerstvolgenden tijd, vooral tegenover het verbond van Engeland en Japan. President Roosevelt heeft, praktischer hierin dan de Engelschen, in een gesprek met een franschen reporter gewezen op de economische moeilijkheden, die Japan „ons" (d.w.z. volgens zijne eigene opheldering: Duitschland, Engeland en de Vereenigde-staten) bezig is in Oost-Azië te bereiden. Wanneer de Engelschen gemeend hebben, zich door snelle sluiting van een nieuw verbond een soort van meest begunstiging bij de Japanners te verzekeren, en engelsche bladen reeds drooinen van den goudstroom, die zich weldra van Japan over Engeland zal uitstorten, dan hebben zij de rekening toch misschien te veel buiten den japanschen waard gemaakt. Stellig zal Japan zich het engelsche bondgenootschap laten welgevallen, om onder beschutting daarvan zijne eigene herstelling te voltooien, zijn werk in China zoo rustig mogelijk te kunnen voortzetten, en zich door ijverigen arbeid gedurende een periode van vrede krachtig te maken voor een toekomstigen oorlog. Maar de Japanners zullen wel verstandig genoeg zijn, in de politiek twee ijzers in het vuur te houden, en zullen er wel op rekenen, dat ook Rusland noodzakelijk gedurende een jaar of tien op goeden voet met hen leven moet en daarom dit ook wil. Japan zal voor zulk een tijdperk zich wel niet van de russische overmacht bevrijd hebben, om die te ruilen voor eene engelsche, — allerminst op een oogenblik, waarin Engeland minder hulpvaardig dan hulpbehoevend blijkt te zijn.

De voorstelling van René Pinon aangaande de wijze, waarop de japanizeering van China plaats heeft, komt overeen met die van de meeste europeesche getuigen. Naar zijn oordeel is het niet gemakkelijk, hunne manier van doen te beschrijven. Hun uiterlijk, de kleeding, die zij aannemen, het schrift, waarvan zij gebruik maken, de taal, die zij gemakkelijk leeren, stellen hen in staat, onopgemerkt in de verste provincies door te dringen. Daar, waar de Europeaan