DE MOHAMMEDAANSCHE VROUW IN NOORD-AFRIKA.

453

een oproep gedaan aan de vrouwelijke artsen in Frankrijk, om geheel Algerië de weldaden van zulke klinieken deelachtig te doen worden.

En voorts dient men door opvoedend onderwijs verstandelijk en zedelijk beter ontwikkelde generaties van mohammedaansche vrouwen te vormen. In dit opzicht is de ondervinding, opgedaan aan de meisjesschool, te Tunis gesticht in 1900 door Mevrouw René-Millet en bestuurd door Mevrouw Figenschenk, zeer verblijdend. Meisjes van zes tot vijftien jaar krijgen er godsdienst-onderwijs volgens den Koran, en leeren er Fransch en handwerken; waarbij de zedelijke resultaten niet minder voldoen dan het naaldwerk. De school, die met zeven leerlingen begonnen is, heeft er thans meer dan honderd en wordt zeer op prijs gesteld door de mohammedaansche ouders. Bovendien werkt zij ook als een verbindingsmiddel met de fransche kolonisten.

Wanneer wij onze beschouwingen van de Koran-teksten en de aangeduide verschijnselen samenvatten, dan is de uitkomst niet zoo mistroostig als de voorstelling, waarvan in den aanvang van dit artikel melding is gemaakt. Het is immers duidelijk, dat Mohammed de vrouw niet zulk een lagen en vernederenden rang heeft toegewezen, als men heeft beweerd. Integendeel heeft hij verklaard, dat de vrouw door den man behoort geëerd te worden en dat deze zijne moeder, die hem gedragen heeft, moet eerbiedigen. Voor God is de vrouw de gelijke van den man. Mohammed heeft de deuren van het Paradijs wijd voor haar geopend; hij heeft haar zelfs den troost voorgespiegeld, dat zij er verjongd en in den vollen glans harer schoonheid zal binnengaan.

Ziedaar de theorie. En wat nu de praktijk, den werkelijken toestand betreft, deze verschilt zeer van het geschetste ideaal; maar er kan toch vrij-wat gedaan worden, om dien toestand te verbeteren. En wat haar persoonlijk vermogen betreft, wordt zij door de mohammedaansche wet beter beschermd dan door den Code civil.

Uit zedelijk en maatschappelijk oogpunt is er ernstige