362

HET HUIS OP PALEN.

steden veroverden, en Frankrijk in zes weken had verricht, wat Spanje in geen tachtig jaren had vermocht. Amsterdam had zijn redding slechts te danken aan het openen aller sluizen; en de groote hoofdstad verrees, als een reusachtig bolwerk, uit de overstrooming, die aan de Fransche heirscharen het //tot hiertoe en niet verder!" scheen toe te roepen. Een van onze verkeerde gedachtengangen pleegt ons dit redmiddel, als heldhaftig, te doen toejuichen; maar dan vergeten we, dat het een uitvloeisel was van wanhoop. Volken, die tot zulk een redmiddel, hoe heldhaftig ook, hun toevlucht nemen, zijn reeds voor goed verloren. De anders zoo phlegmatieke Hollanders gaven zich toe aan een even woeste hartstochtelijkheid, als de razernij van het Parijsche janhagel bij de beruchte ,/September-moorden" ; en de gebroeders De Witt werden in Den Haag gruwelijk om 't leven gebracht. Ware het Londensche gepeupel ter prooi geweest aan een dergelijke beproeving, die eensklaps den bodem insloeg aan alle hun sinds jaren ingeprente drogredenen, dan zou het allicht tot een dergelijk uiterste zijn overgeslagen. Het Huis van Oranje werd in het stadhouderschap hersteld; en de jonge prins, later onze beroemde Willem de Derde, begon de legermacht van den Franschen alleenheerscher voorloopig in bedwang te houden, en langzamerhand, door onbezweken volharding in een hopeloos schijnende taak, het lot van Europa te doen verkeeren.

Er was nog tijd om Frankrijk te vernederen; maar om de Vereenigde Provinciƫn te redden, daarvoor was het te laat. Toen in 1678 de Nijmeegsche vrede gesloten was, werd Holland een mogendheid van den tweeden rang, verstoken van bondgenooten, en ongeschikt voor onafhankelijk optreden. Een nieuwe reeks van vijandelijkheden begon weldra ; en te midden daarvan versmolt de Hollandsche zeemacht onmerkbaar, doch onherroepelijk. Na de wereld te hebben overschaduwd, was ze zoo goed als verdwenen toen Marlborough zijn laatste overwinning had behaald. In de verborgen werkingen, die dat hadden teweeg gebracht, ligt de voornaamste van alle waarschuwingen opgesloten, die door het Verleden aan het hedendaagsche Groot-Brittanje zijn vermaakt. Aan vernietiging door een vijandelijke zee-