OVER DEN GEESTELIJKEN EIGENDOM.

ii

Nog niet zoo lang geleden beschermden de wetten van de verschillende landen alleen de eigen bewoners. Het oude recht stond aan de kustbewoners toe zich de koopwaren van gestrande schepen toe te eigenen; dit was het strandrecht. Tot in de laatste tijden van de monarchie eigende in Frankrijk de staat zich de nalatenschap van vreemdelingen toe. Het denkbeeld om inwoners en vreemdelingen op gelijken voet te behandelen, stuitte op vooroordeelen, belangen, moeilijkheden van allerlei aard, waardoor het tot nog toe geen algemeene instemming vond. Hoeveel vooruitgang er ook op dit gebied bespeurd moge worden, toch blijft er nog veel te doen over.

Namaak in den vreemde kan evenzeer kunstwerken als letterkundige werken betreffen, maar van de laatste moeten wij nog in het bijzonder melding maken. In de eerste plaats heeft men den gewonen en eenvoudigen nadruk in de taal, waarin het werk was geschreven, hetzij om exemplaren in het land van oorsprong binnen te smokkelen, hetzij om aan vreemdelingen lektuur te verschaffen zonder daarvoor iets aan de schrijvers te moeten uitkeeren. Gedurende langen tijd heeft Belgiƫ door het nadrukken van fransche boeken dit dubbele voordeel genoten.

1) Vervolg en slot van het vorig nummer.